In vrij korte tijd verschenen er twee albums van fluitist Mark Alban Lotz bij ZenneZ Records. Met zijn trio, verder bestaand uit bassist Zack Lober en drummer Jamie Peet realiseerde hij ‘Turn On, Tune In, Drop Out!’ en met een kwintet bracht hij onlangs ‘Freshta’ uit, opgedragen aan de Afghaanse activiste Freshta Kohistani die nu bijna drie jaar geleden op negenentwintigjarige leeftijd werd vermoord. In dat kwintet vinden we de nodige oude bekenden van Lotz: klarinettist Claudio Puntin, pianist Jeroen van Vliet, cellist Jörg Brinkmann en drummer Dirk-Peter Kölsch. En ook alle composities, op beide albums zijn van Lotz’ hand, die zich al eerder een boeiend componist betoonde.
Lotz is al zo’n dertig jaar actief op een keur aan fluiten, in een muzikale stijl die balanceert tussen jazz en hedendaags gecomponeerd en waarin andere muzikale culturen dan de westerse altijd een belangrijke plaats hebben ingenomen. Zo ook weer op deze twee albums. Een eclectische mix aan stijlen dus, maar altijd bijzonder onderhoudend. Neem de heerlijk ritmische opener van ‘Turn On, Tune In, Drop Out!’: simpelweg ‘Push’ geheten. Een titel die perfect verwoordt wat hier gebeurt, mede geholpen door het straffe spel van Peet worden we door Lotz hier de goede richting uitgeduwd, in dit geval die van een combinatie tussen jazz en hedendaags gecomponeerd, waarna we in ‘Beat the Drum’ direct de invloed van de volksmuziek horen. Een stuk dat Lober overigens ook de mogelijkheid biedt bijzonder zangerig te soleren. Een stuk abstracter klinken ‘Dance the Monolith’ en ‘Lust’, de eerste valt vooral op door wederom mooi slagwerk van Peet, de tweede doordat Lotz door zijn fluit praat, wat het stuk een bijzonder effect geeft en door de attractieve solo verderop. Maar de meeste stukken op dit album zijn vrij ritmisch, ‘Relax and Flow’ bijvoorbeeld, ‘Bring Delight’, met een fijn vette solo van Lober en ‘Consciousness’, waarin vooral de samenwerking tussen Peet en Lober opvalt. En eindigen doen we met een schitterende ballade, wat een prachtige toon laat Lotz horen in dit ‘Trance Out’.
Op ‘Freshta’, dat Lotz zoals hierboven reeds gesteld opdroeg aan Freshta Kohistani, brengt hij hulde aan elf activisten die wereldwijd opkomen voor de mensenrechten, waaronder Kohistani, die hij eert in het eerste stuk, ‘Freshta’, met een prachtige en enerverende solo. De eveneens Afghaanse Malala Joya staat centraal in het tweede stuk, ‘Malala’ – vrijwel alle stukken kregen de voornaam van de activist(e) mee. Een stuk met een wervelende solo van Puntin. De Pakistaanse Malala Yousafzai was pas zeventien toen ze in 2014 de Nobelprijs voor de vrede kreeg, Lotz eert haar met een prachtige solo in een stuk waarin ook Brinkmann met gevoelig spel op de cello een grote rol speelt. In ‘Durga’s Lalit’, waarin de Indiase activist Durga Cawde centraal staat, speelt Van Vliet een grote rol, met één van die voor hem zo typische melodieuze solo’s. Een prachtig stuk overigens, waarin ook op mooie wijze de Indiase muziek een plek krijgt, een mooi voorbeeld van Lotz eclectische aanpak, zoals hierboven geschetst. Bijzonder is ook het vrij ingetogen ‘Nasrin’, voor Nasrin Sotoudeh, met boeiend spel van Lotz en spannende effecten van de elektronica. Heel bijzonder klinkt ook ‘Wangari’, voor Wangari Muta Maathai, de Keniaanse activiste. En ook hier is de invloed van niet westerse muziek groot. Opvallende bijdrages van Van Vliet en Kölsch in het vrij ritmische, aan de Afghaanse activiste Frouzan Safi gewijdde ‘Frouzan’. Terwijl Brinkmann een grote rol speelt in ‘Mahbouba’, een titel die verwijst naar de eveneens uit Afghanistan afkomstige journaliste Mahbouba Seraj. For ‘Viji’, waarmee de Indiase vakbondsleider Viji Penkoottu wordt bedoeld, is het laatste, vrij ingetogen stuk van het album, met wederom prachtige bijdrages van zowel Lotz als Brinkmann.