Ik vervolg mijn serie gewijd aan ECM Records met twee recente koor Cd’s in de ECM New Series. Vox Clamantis nam, onder leiding van Jaan-Eik Tulve, onder de titel ‘Music by Henrik Ødegaard’ een drietal stukken op van de Noorse componist Henrik Ødegaard: ‘Jesu, dulcis memoria’, O fili et filae’ en ‘Meditations over St. Mary Magdalene’s Feast in Nidaros’ en combineerde dat met drie korte Gregoriaanse gezangen en het Estonian Philharmonic Chamber Choir nam een vijftal koorwerken op van de Estse componist Veljo Tormis: ‘Tornikell minu külas’, ‘Mure murrab meele’, ‘Kurvameelsed laulud’, Hamleti laul, nr. 1′ en ‘Helletused’ en combineerde dat met zijn orkestwerk ‘Reminiscentiae’, waarin we het Tallinn Chamber Orchestra horen. Beiden staaan onder leiding van Tõnu Kaljuste.
Als organist en koordirigent heeft de componist Ødegaard zich altijd verbonden gevoeld met de religieuze klassieke traditie, dat we zijn werk hier horen in combinatie met de oudste formele muziek uit onze westerse geschiedenis: het Gregoriaans, behoeft dan ook niet te verbazen. Al even strak, sereen en tijdloos klinkt Ødegaard’s ‘Jesu, dulcie memorie’. En het Estse Vox Clamantis, één van de topkoren in a capella zang, brengt het op fameuze wijze. Moderner klinkt ‘O fili e fiilae’, zo swingend klonk het in de hoge middeleeuwen niet. Hoogtepunt van dit album is het uit acht delen bestaande ‘Meditations over St. Mary Magdalene’s Feast in Nidaros’ uit 2017. Maria Magdalena was een volgelinge van de Messias en sindsdien wordt zij in de kerk geëerd, onder andere in Scandinavië. Zo hebben we een dertiende eeuws manuscipt uit de kathedraal van Nidaros, het huidige Trondheim. Die teksten en melodieën nam Ødegaard als basis voor zijn stuk en zo te horen, blijft hij het origineel behoorlijk trouw. Dit klinkt prachtig en verre van hedendaags.
‘Reminiscentiae’ gaat over herinnering, een reis terug in de tijd naar Tormis’ jeugd. Zo betekent ‘Tornikell minu külas’ zoveel als ‘De klokkentoren in mijn dorp’, waarvoor Tormis’ regels gebruikte van de Portugese dichter Fernando Pessoa, vertaald in het Ests. We horen hier het koor, een verteller, twee sopranen en die klok. Die klok als eerste, als een oproep om naar de kerk te komen, waarna die beginregel volgt: “Oh, Tornikell minu külas”, gezongen door de twee sopranen en het koor. Tussendoor verhaalt de verteller over het dorp, op die wat surrealistische wijze die het werk van Pessoa kenmekt. Die verteller en dat koor, het levert een bijzondere combinatie op. Iets dat nog versterkt wordt door de wijze waarop Tormis ook in dit stuk weer gecomponeerde muziek met volksmuziek vermengt, zich onder andere uitend in prachtig repetitieve zang. In ‘Kurvameelsed laulud’, wat zo veel betekent als ‘melancholische liederen’ horen we de mezzo-sopraan Iris Oja, met het kamerorkest. Drie uiterst smaakvolle en inderdaad melancholische liederen, geschreven in 1979 en opgedragen aan de dirigent Neeme Järvi die een jaar later de Sovjet Unie, waar Estland toen natuurlijk nog deel van uitmaakte, verliet. En prachtig die combinatie met de strijkers in het derde lied, ‘Vaeslapse kaebus’. In het toneelstuk ‘Hamlet’ zag Tormis in de jaren ’60 van de vorige eeuw parallellen met de Sovjet maatschappij, het inspireerde hem tot de ‘Hamleti laul’, de Hamlet liederen, waarvan we op deze Cd het eerste overweldigende lied aantreffen, voor koor en orkest.
De eerste versie van het orkestwerk ‘Reminiscentiae’, waar dit album zijn titel aan ontleent, dateert eveneens uit de jaren ’60, maar werd door Tormis in 2009 herzien. Centraal in dit omvangrijke werk staan de vier seizoenen, te beginnen met de herfst. En de componist verklankt hier op bijzondere wijze de diverse bestanddelen die daarbij horen. Het slotstuk ‘Reminiscentia. Kolm mul oli kaunist söna’ schreef Tormis oorspronkelijk voor fluit en koor, maar bewerkte hij hier voor fluit en orkest, een hoogtepunt op dit album, met name vanwege het prachtige spel van Linda Vood, één van de fluitistes van dit orkest.