Chassé Theater, Breda (Nederlandse Reisopera) – 30 oktober 2023
Met ‘Das Wunder der Heliane’, dat in 1927 zijn première beleefde, schreef de Duitse componist Erich Wolfgang Korngold zijn vierde opera in ongeveer tien jaar tijd. Hij zag het zelf als zijn belangrijkste, deze opera gebaseerd op het mysteriespel ‘Die Heilige’ van de dichter Hans Kaltneker. Een visie die het publiek in de jaren na de première zeker niet zou delen. Zijn derde opera, ‘Die Tote Stadt’ zou veel bekender worden en ‘Das Wunder der Heliane’ raakte, niet geheel ten onrechte, in de vergetelheid. De Deutsche Oper bracht hem in 2018 echter weer op de planken, een uitvoering die verkrijgbaar is op DVD en deze dagen verzorgt de Nederlandse Reisopera, nadat de regisseur Jakob Peters-Messer die versie in Berlijn zag, bijna een eeuw na dato de Nederlandse première van de scenische uitvoering. In het kort kan ik niet anders dan alle lof toezwaaien voor zowel de regie, de muziek – groots uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest, onder leiding van Jac van Steen – en de vocalisten, met voorop een adembenemend zingende Annemarie Kremer.
En ondanks dat Korngold volledig de mist ingaat in zijn derde akte is het zeker een boeiende en opvallend actuele opera. Met name in de eerste akte laat Korngold zien en horen dat hij een goed gevoel had voor wat er speelde in zijn tijd. Een anonieme dictator, ‘Der Herrscher’, laat zich goed vertalen naar een dan nog maar net aan de macht gekomen Benedito Mussolini. Tegenspraak duldt ook deze man niet, prachtig en zeer overtuigend neergezet door Darren Jeffery. Sterker nog ‘Der Fremde’, een mooie rol van Tilmann Unger, wordt spontaan in de gevangenis gesmeten en door een duidelijk niet al te objectieve rechtbank ter dood veroordeelt. Die vreemdeling wil mensen gelukkig maken, iets waar het volk volgens deze dictator nog helemaal niet aan toe is. Ja, waar hebben we dat meer gehoord. De Poetins, Loekasjenko’s, Assads en Jung-Uns van deze wereld kunnen daar over het algemeen ook niet bijster veel mee. De vrouw van de dictator, Heliane, bezoekt de vreemdeling ook op die eerste avond en raakt direct van hem in de ban. Ze kleedt zichzelf zelfs geheel voor hem uit, iets waar Kremer overigens niet voor in was. Dan komt die dictator weer op de proppen met een voorstel, een voorstel waaruit blijkt dat hij menselijker is dan we in eerste instantie dachten: kan de vreemdeling er niet voor zorgen dat zijn vrouw van hem gaat houden?
En juist op dat moment komt zijn vrouw naakt naar binnen lopen en beseft hij dat het voor dat verzoek te laat is. In allerijl laat hij een rechtbank formeren, als je dictator bent kun je dat regelen, al is het midden in de nacht, om zijn vrouw te laten veroordelen voor overspel. De vreemdeling wordt opgeroepen als getuige en vraagt de rechter om een moment alleen met Heliane, iets dat de rechter – en dat is toch wel bijzonder – toestaat. De vreemdeling biedt Heliane aan dat ze hem vermoordt, zodat zij vrijuit kan gaan. Ze weigert, waarop de vreemdeling zichzelf doodt. En vanaf hier verruilt Korngold het realisme voor het mysterie. De dictator en de rechters komen terug en de dictator komt op het idee om Heliane in een onmogelijke positie te manoeuvreren. Ze kan haar leven redden als ze de vreemdeling uit de dood opwekt. Ze gaat akkoord en slaagt daar in de derde akte ook nog in! De dictator, die dit duidelijk nooit verwacht had, vermoordt daarop zijn vrouw. Iets wat hij weer met de dood moet bekopen door een actie van de vreemdeling. En dan raak ik het spoor volledig bijster, want wat volgt is een dialoog tussen Heliane en de vreemdeling. Zijn ze nu allebei dood of leven ze allebei nog? Geen idee.
Maar belangrijk is het niet. Zie het geheel maar als een allegorie. En dan gaat het om de vrijheid. En het maakt niet uit of er een strijder voor de vrijheid sterft, die roep om vrijheid gaat door. En hier aan het eind, prachtig gesymboliseerd doordat de gesloten achterkant van het podium open zwaait, gebeurt dat: het volk krijgt de vrijheid, de dictator is er niet meer. Bij Korngold is het een engel, prachtig neergezet door de danseres Nicole van den Berg die zich geheel gehuld in het grijs overal doorheen beweegt, maar het kan ook de tijd zijn, de tijd die nodig is om de macht de andere kant door te laten slaan. Zie de processen die zich in al die dictaturen afspelen en afspeelden. Het kan lang duren, maar op enig moment is het klaar. Die hoop geeft Korngold ons mee, die hoop heeft Peters-Messer mooi voor het voetlicht gebracht. Het is die hoop die Kremer prachtig uitbeeldt en vol passie verklankt. De dood is geen einde, maar een nieuw begin in deze opera, die ondanks de onduidelijkheid aan het einde, staat als een huis. Mede dankzij de prachtige muziek die Korngold schreef en waarin hij ons nauwelijks rust geeft. Bijzonder stromende, bedwelmende klanken, met een mooie spanningsopbouw. Vaak culminerend in krachtige dynamiek en opvallend filmisch van aard. Dat Korngold zich later in de VS zou ontpoppen tot filmcomponist behoeft dan ook niet te verbazen.