De Munt, Brussel – 29 oktober 2023
Na ‘Lohengrin’ (2018), ‘Tristan und Isolde’ (2019) en ‘Parsifal’ (2022), uitvoeringen die allemaal ook op deze blog aan bod kwamen, is Alain Altinoglu, sinds 2016 muziekdirecteur en chef-dirigent van De Munt, nu toe aan een over twee seizoenen verspreidde complete ‘Der Ring des Nibelungen’, het meesterwerk van Richard Wagner. Natuurlijk te beginnen met ‘Das Rheingold’. De gehele cyclus staat onder regie van de Italiaanse regisseur en beelden kunstenaar Romeo Castellucci die op een aantal punten zeker weet te verrassen, al kent zijn regie ook een aantal opvallend zwakke momenten. Maar zijn insteek en benadering van dit eerste deel is zeker de moeite waard en doet ons uitzien naar het vervolg. Altinoglu en Wagner bleek al eerder prima samen te gaan, deze dirigent heeft duidelijk affiniteit met diens muzikale wereld, iets dat ook gisterenavond bleek in deze versie van ‘Das Rheingold’. Zuiver en helder spel, met veel gevoel en de broodnodige dramatiek gebracht. Iets waar dit voortreffelijke orkest natuurlijk ook een grote rol in speelde. En de vocalisten zijn over de gehele linie meer dan voldoende, met enkele uitschieters.
Ik stond eerder uitgebreid stil bij het verhaal van deze opera, dus richt mij hier meer de Castellucci’s interpretatie. Daarin valt allereerst de poëtische dimensie op. Zijn beelden zijn niet zozeer bedoeld om het verhaal te vertellen maar om een extra laag toe te voegen. Wellicht het mooiste moment om dit te illustreren is het begin van de tweede scène. Die waarin de goden opkomen bij het nieuw gebouwde Walhalla. Je ziet eerst Wotan en Fricka half struikelend lopend tussen op de grond liggende bewegende zo goed als naakte mensen. Ze moeten alle moeite doen om niet te vallen, terwijl ze zich voortbewegen. Machtige goden, zo lijkt Castellucci hier te zeggen, maar wat is macht? Een centrale boodschap ook van Wagner en één die deze regisseur hier nog eens krachtig onderschrijft. Dat zien we ook mooi terug aan het einde van de opera, als Wotan de ring die hij van Alberich stal niet wil overhandigen aan de twee reuzen. In de vorige scène vervloekte Alberich deze ring en drukte een hand met zwarte smurrie op Wotans gezicht. Smurrie die er in die scene waarin onderhandeld wordt met de reuzen om Freia terug te laten keren nog steeds op zit. Als een merkteken van die vloek, alsof de regisseur iedereen wil waarschuwen: met deze man loop je gevaar, er rust een vloek op hem.
Poëzie zit er ook volop in de openingsscène met de drie Rijndochters, waar Castellucci er zes van maakt, drie ballerina’s en drie zangeressen. Ook zij wekken de indruk naakte te zijn, maar dan bekleed met goud, sensuele dansen uitvoerend die Alberich volledig in extase brengen. Bijzonder is ook hoe deze regisseur het symbool van de ring in dit verhaal inzet. Helemaal aan het begin, nog voor de muziek klinkt, zien we hem in groot formaat op het podium, die bewegingen makend die horen bij langzaam tot stilstand komen. En ook verderop vinden we volop cirkels terug. Zo maken de Nevelingen ze als onderdeel van de schat en zien we goden in de laatste scène een gouden cirkel zichtbaar maken, nadat de twee reuzen hebben opgeroepen de schat zodanig te stapelen dat Freia niet langer zichtbaar is. Verwarrend is wel dat Castellucci ook voor de helm die Alberich van gedaante kan doen veranderen een ring gebruikt. Soms werkt zijn benadering echter minder goed, iets dat we goed terugzien als de reuzen het podium opkomen. Om het verschil in grootte te benadrukken, voert Castellucci kinderen op die hij laat playbacken. Qua verschil in afmetingen werkt dat natuurlijk wel, maar niet qua geluidsbeeld. Vrij inconsequent is bovendien dat hij dit halverwege deze scène ineens weer voor gezien houdt en dat het ook in de slotscène niet meer wordt gebruikt. En dan die twee enorme krokodillen in diezelfde tweede scène met de reuzen, totaal onduidelijk wat hij hier nu mee wil en wat dit toevoegt.
Naast Altinoglu is Scott Hendricks, die Alberich op grootse wijze neerzet, de held van de avond. Hij weet over te brengen hoe triest deze figuur in al zijn slechtheid eigenlijk is. Je krijgt bijna medelijden met hem tijdens die scène waarin hij gevangen is en hem door Wotan en Loge alles wordt afgenomen wat hij onlangs verworven had. Een scène die overigens prachtig geënsceneerd wordt door Castellucci. Gábor Bretz kan in de rol van Wotan zeker nog groeien, hij is nu nog meer mens dan god. Zijn overmoed en machtswellustige karakter komen mijns inziens nog te weinig uit de verf. Datzelfde had ik ook wel met Nicky Spence als Loge. De doortrapte slechtheid van dit personage weet Spence niet echt over te brengen, het is nu eerder een clown dan een aards manipulator. Beter getroffen vind ik Peter Hoare als Mime, benieuwd hoe deze zijn rol in ‘Siegfried’ gaat neerzetten, Marie-Nicole Lemieux als Fricka, Nora Gubisch als Erda en Ante Jerkunica en Wilhelm Schwinghammer als de reuzen Fasolt en Fafner. Maar over de gehele linie zeker een originele en verrassende kijk op het eerste deel van deze boeiende cyclus, een kijk die zonder meer smaakt naar ‘Die Walküre’, verderop in dit seizoen.