Nationale Opera en Ballet, Amsterdam – 7 oktober 2023
Geen kunstvorm is in mijn ogen zo geschikt om een verhaal vol emoties te vertellen als opera. Dat vind ik al langer, maar drong gisterenavond weer eens in volle omvang tot mij door bij de Nederlandse première van de laatste opera van de eerder dit jaar overleden Finse componiste Kaija Saariaho: ‘Innocence’, bij Nationale Opera en Ballet. Juist door die combinatie van muziek, zang, gesproken woord, decors, belichting en kostuums is deze kunstvorm bij uitstek geschikt om de transfer van complexe emoties en dat is in dit verhaal zeker aan de orde, naar de luisteraar en kijker te bewerkstelligen. Een schietpartij op een school is de gebeurtenis die hier centraal staat en waarvan wij getuigen zijn. We zien de aanloop, de gebeurtenis zelf – behalve het schieten – en de nasleep. En dat alles tegelijkertijd, in een onontwarbare kluwen van oorzaak en gevolg. De titel is daarbij perfect gekozen: niemand is hier onschuldig en niemand is schuldig. Maar niets dan lof voor deze fantastische prestatie, van het Residentie Orkest, onder leiding van Elena Schwarz, voor regisseur Simon Stone, voor de decors van Chloe Lamford, voor librettist Sofi Oksanen, voor alle vocalisten en het koor en natuurlijk voor Saariaho.
Een schietpartij, een misdaad, trauma’s. En altijd weer de vraag hoe dat heeft kunnen gebeuren, hoe het voorkomen had kunnen worden, wie de schuldigen zijn. Ook ‘Innocence’ stelt dit aan de orde, zonder antwoorden te geven. Het stelt louter op prachtige wijze die grenzeloze complexiteit aan de orde, maakt wat al diffuus is, nog complexer. Stelt alleen maar iedere keer meer vragen. Het verhaal daarbij is simpel verteld. We zijn op een bruiloft ergens in Finland. Tuomas, een rol van Markus Nykänen gaat trouwen met Stela,Lilian Farahani, een vrouw afkomstig uit een niet nader genoemd Oost Europees land. Deze man en zijn ouders, Henrik en Patricia, mooie rollen van Thomas Oliemans en Lenneke Ruiten, torsen een vreselijk geheim met zich mee, Tuomas broer, die geen naam kreeg, heeft tien jaar geleden acht leerlingen en een leraar gedood tijdens een schietpartij op een school. Stela is dit nooit verteld, de familie wil met een schone lei opnieuw beginnen. Dat lukt natuurlijk niet, al was het maar omdat een serveerster tijdens het huwelijk, Tereza, een rol van Jenny Carlstedt, de moeder is van een bij diezelfde schietpartij omgekomen meisje, Markéta, een bijzonder rol van Vilma Jää. Zij herkennen weliswaar die moeder niet, maar andersom is dat wel degelijk het geval. Het duurt even voordat Tereza de familie confronteert met haar pijn en het gemis, maar dan is het ook onontkoombaar. En dat alles wordt door Saariaho op grootse wijze verklankt en door het orkest op al even grandioze wijze vormgegeven. Wolken van klank, grillig, angstaanjagend, maar vaak ook van een grote schoonheid. Een vondst is daarbij om de hierboven genoemde protagonisten te laten zingen – met als hoogtepunt Jää, die klassieke zang combineert met de zang van de Sami – en de leerlingen van de school te laten praten in verschillende talen, om het universele van dit soort traumatische gebeurtenissen te illustreren.
Want dat is wat deze opera zo krachtig maakt. Het feit dat we tegelijkertijd die gebeurtenis van tien jaar geleden meemaken en die bruiloft in het heden. We zien de kinderen de school binnen komen. We zien ze opgeschrikt worden, alle kanten uit rennen, een veilig heen komen zoekend. We zien de bruiloftsgasten aan tafel. We zien de vertwijfeling bij Tereza. We zien die kinderen vallen, schoten horen we niet, wel uiterst desolate, angstaanjagende muziek. En Juist dat we die schoten niet horen, die schutter niet zien, maakt het zo diep indringend. Het kan allemaal tegelijkertijd omdat Stone en Lamford kozen voor een langzaam ronddraaiend podium, met daarop een gebouw van twee verdiepingen, verdeeld in verschillende ruimtes. We zien dus een bruiloftsdiner en een keuken, maar ook een gang met een trappenhuis en klaslokalen. En terwijl dat ronddraait worden wij meegenomen van het heden naar het verleden, naar het heden. Zoals de protagonisten dat verleden niet achter zich kunnen laten, hoe graag sommigen dat ook willen. En altijd is er die schuldvraag. Voor mij is dat trouwens het thema van die opera en ook de reden waarom ik die titel zo goed vindt. Het kwaad, we kunnen er maar niet mee omgaan. We willen zo graag denken in goed en fout, dat het ons wel op moet breken. Die vader voelt zich schuldig omdat hij zijn zoon leerde schieten, de moeder voelt zich helemaal niet schuldig maar vindt dat anderen schuld hebben, zij is louter slachtoffer. Het komt doordat meisje dat haar zoon altijd pestte, Markéta. En ja, natuurlijk die jongen ging niet zo maar moorden, daar ging een wereld aan vooraf. Het had voorkomen kunnen worden als we maar… Enzovoort, enzovoort. Allemaal waar en tegelijkertijd onwaar. Die lerares verwoordt het mooi als ze vertelt hoe ze na de schietpartij in ieder essay op zoek ging naar aanwijzingen voor toekomstige misdaden, tot ze maar stopte met lesgeven omdat ze er knettergek van werd.
We verwachten gewoonweg te veel van de mens, willen te veel controleren, te veel uitsluiten. We kunnen niet omgaan met het kwaad dat in ieder van ons huist en met het feit dat toeval een meer dan wenselijke rol speelt bij de vraag of dat we dat kwaad bij onszelf kunnen houden of dat het op ongewenste wijze een weg naar buiten vindt. Het meisje dat de schutter wilde helpen besloot op het allerlaatste moment om niet mee te doen, omdat ze bang was dat ze in het hiernamaals haar schoonvader, die te veel belangstelling voor haar koesterde, tegen zou komen en zijn broer blijkt eenvoudigweg te laf. Zo prozaïsch kan het zijn, zo nietszeggend. We zijn niet goed, we zijn niet slecht, we zijn onberekenbaar. Saariaho en haar mede kunstenaars drukten mij en zo te horen de nodige andere gasten weer eens met onze neus op de wrange werkelijkheid. Dat is kunst en daarom is kunst in deze complexe tijden – en welke tijden zijn eigenlijk niet complex? – hard nodig!