Ik continueer mijn belangstelling voor de oud met twee meer folk georienteerde Cd’s. De uit Syrië afkomstige Mohamad Zatari, bespeler van die oud, richtte een trio op met de Iraanse Sara Eslami, die we horen op de tar, een eveneens aan de luit verwant snaarinstrument en de uit India afkomstige Avadhut Kasinadhuni op de tablas. Het bij Zehra verschenen ‘Istehlal’ is hun debuut. Het tweede album dat hier aan bod komt is het bij Homerecords verschenen ‘Ode to Travel’ van Saouta, een uit Gent afkomstig kwartet bestaand uit saxofonist Damien Brassart, Akram Ben Romdhane op oud, bassist Jim Monneau en tot slot Bernard Flament op de tablas.
Direct het eerste stuk op ‘Isthehlal’, ‘Desire’ leert ons wat een boeiende combinatie van instrumenten we hier hebben, de klanken van de oud en de tar zijn dusdanig met elkaar vervlochten dat je een kenner van beide instrumenten moet zijn om de verschillen goed te kunnen horen. Vaak spelen zij de melodie, bijvoorbeeld die wat melancholieke klinkende in ‘The Road’, terwijl Kasinadhuni met zijn tablas op bescheiden wijze het ritme vormgeeft. Bijzonder is ‘Solo Tar’, waarin we het fabelachtige spel van Eslami horen op een instrument dat vrij simpel oogt, maar dat beslist niet is. Virtuoos spel ook in ‘Zarbi Mokhalef’, maar nu weer van beide instrumenten. En prachtig klinkt dat ingetogen ‘Gankno Hora’, vooral in dat duet van de oud met de tablas. Al even subtiel klinkt ‘Eyes Chatters’, met al even mooie bijdrages van de oud.
‘Ode to Travel’ zit, mede door de bijdrages van Brassart, direct al in opener ‘Penjab’ te horen met een prachtige solo op zijn sopraansaax, wat dichter bij de jazz. Mooi trouwens hoe direct al in dit eerste stuk die verschillende muzikale werelden samenkomen, want de ritmiek na deze solo is duidelijk beïnvloed door de Arabische muziek, terwijl de frase die erna zit weer duidelijk wortelt in de Europese gecomponeerde muziek. Een hoogtepunt op dit album is ‘Le Voyage Intérieur’, mooi zoals de inhoud van deze titel wordt verklankt: een intieme reis naar binnen, waarbij Brassart onze gids is, prachtig ondersteund door deze ritmesectie. Een zelfde sfeer treffen we aan in het wonderlijke ‘Abysse’, met een melancholiek duet van sopraansax en tablas, een bijzondere combinatie. Een album vol vrij rustige, ingetogen stukken, met een zeker gevoel voor weemoed, gespeeld door een viertal uitstekende musici. In dat kader moet ook zeker die solo op contrabas van Monneau worden genoemd in ‘L’Arbre Bleu’ en die partij op de tablas in ‘Shakti’, overigens één van de meer ritmische stukken op dit album. Tot slot noem ik nog de oud solo op het afsluitede ‘Le Puits de Moise’, want over dat instrument gaat het hier.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: