Een uur geleden bereikte mij, via het ICP Orchestra, het bericht dat Tristan Honsinger afgelopen zaterdag is overleden. Hij werd drieënzeventig. Bij deze dus condoleances aan een ieder die hem kende en met hem samenwerkte. Een groot verlies voor hen, maar zeker ook voor alle liefhebbers van de geïmproviseerde muziek, waarvoor hij van onschatbare waarde was. Als cellist en vocalist, als componist, maar zeker ook als gangmaker en humorist. Om hem te eren sta ik stil bij het laatste album dat hij vorig jaar uitbracht: het bij Setola di Maiale verschenen ‘Small Talk’.
Honsinger werd op 23 oktober 1949 geboren in de Amerikaanse staat Vermont. Hij begon zijn studies aan het New England Conservatory en studeerde vanaf 1968 aan het conservatorium van Baltimore. De klassieke muziek bleek echter niet zijn ding en na zijn verhuizing naar Montreal, een jaar later, stapte hij over op de improvisatie. In de jaren daarna woonde hij in Amsterdam, Parijs, Italië en weer in Amsterdam, waar hij uiteindelijk toetrad tot de Instant Composers Pool. In de jaren daartussen werkte hij samen met Toshinoro Kondo, Michael Vatcher, Sean Bergin, Giancarlo Schaffini, Gianluigi Trovesi en eind jaren tachtig met Cecil Taylor. Maar hier ontleende hij toch vooral zijn roem aan zijn bijdrage aan ICP, al bleef hij zijn oude vrienden opzoeken, bijvoorbeeld in Italië waar ‘Small Talk’ van getuigt, opnames bevattend voor de Italiaanse radio, gemaakt op 11 december 2017. We horen hier Honsinger zowel op cello als vocaal, iets dat hij deelt met Cristina Vetrone, die we ook horen op de organetto, Vincenzo Vasi, verder te horen op de theremin, bassist Luigi “Lullo” Mosso en drummer Cristiano De Fabritiis. Verder horen we in dit oktet de klarinettist Enrico Sartori, saxofonist Edoardo Maraffa en bassist Antonio Borghini.
Een prachtig album dit ‘Small Talk’ en helemaal in lijn met Honsinger. Wat we ook bij het ICP tegenkomen: het clowneske, theatrale, vinden we hier in overtreffende trap. Puur theater wat hier gebeurt, muziek die associaties oproept met die van Nino Rota voor de films van Federico Fellino. Te beginnen in het knotsgekke ‘The Guest Room’ van Honsinger, gevolgd door het ‘hoorspel’ van Borghini: “Il Niente e Il Poco’. Prachtig ook dat melancholieke ‘Ha Ha Naru Kawa’ van Honsinger, met als hoogtepunt die heerlijk schurende saxsolo van Maraffa. En dan die zang en stemkunst in ‘Nientese’ en ‘Tractatus’, heuse toneelstukken worden hier opgevoerd, alleen al die stembuigingen, in combinatie met de accenten die de instrumenten plaatsen, jammer dat de Cd geen teksten bevat. En soms is er even sprake van instrumenteel vuurwerk, zoals in Maraffa’s ‘La Gallina di Zamira’, in de drie delen ‘Impro’ en zeker ook in ‘Potsdam’ waar Sartori en Maraffa elkaar de loef afsteken, gevolgd door een bijzonder weemoedige klarinetsol van Sartori. En is het Honsinger die zingt in zijn eigen ‘Malacoda’? Aan zijn Italiaans te horen van wel. Kortom van alle markten thuis deze man, we zullen hem missen.