Ze kwamen de afgelopen dagen hier reeds voorbij, violiste Sarah Saviet, celliste Séverine Ballon en pianist Mark Knoop. Maar actief als ze zijn, is er meer van ze te beluisteren. Net uit bij Coviello Contemporary is het alleen als download verkrijgbare ‘SPUN’ waarop we Saviet horen in solo stukken van Liza Lim, Lisa Streich, wederom Evan Johnson, Arne Gieshoff en Lawrence Dunn. Verder horen we Ballon, samen met pianiste Alvise Sinivia en het Riot Ensemble, onder leiding van Aaron Holloway-Nahum in ‘Cosmologies’ van Aaron Einbond en horen we Knoop met fluitiste Laura Chislett en cellist Geoffrey Gartner in Rósa Linds ‘Kandinksy Kunstwerke’. Beide albums verschenen bij All That Dust.
Saviet maakte het zich al niet gemakkelijk met Bryn Harrison’s ‘A Coiled Form’, maar met de vijf stukken die ze voor dit album uitzocht legt ze de lat minstens even hoog. Neem dat prachtige ‘The Su Song Star Map’ van Liza Lim, een componiste die mij iedere keer weer verrast met haar gevoel voor wonderlijke klanken, waar dit stuk geenszins een uitzondering op is. Met de wonderlijke muziek van Streich maakte ik voor het eerst kennis tijdens het Transit Festival van 2018 en dus is dit een hernieuwde kennismaking en ook dit ‘Falter’ bevalt mij prima, met name vanwege die uiterst subtiele klank die Saviet hier aan haar instrument weet te ontlenen. Voor Johnson’s ‘Wolke über Bäumen’ verving Saviet de snaren voor die van darm en verwisselde ze haar strijkstok voor één zoals die in de Barokmuziek wordt gebruikt. Verder is de klankwereld helemaal Johnson: onverwachte en vaak bijzonder schurende en ontregelende klanken, te midden van stiltes. ‘Spun’ van Gieshoff leverde het album zijn titel, een mooi en al even uitdagend stuk. Met Dunn maakte ik eveneens kennis in 2018, hij was één van de genomineerden voor de Gaudeamus Award en mijn favoriet. ‘Habitual’ maakt voor mij weer duidelijk waar dat enthousiasme vandaan kwam: een opvallend melodisch en ook wat weemoedige solo, waarin je Dunns voorliefde voor de Engelse folk direct terug hoort.
We horen Ballon in Einbond’s ‘Xylography’, voor cello en elektronica en in ‘Graphology’, voor cello, ensemble, zoals gezegd het Riot Ensemble en elektronica. Een voor mij volstrekt onbekende componist die echter opvallend boeiende muziek blijkt te componeren. In het eerste stuk heeft Ballon contactmicrofoons op de cello gemonteerd zitten, waarna de klanken aansluitend elektronisch worden bewerkt. Bevreemdende knarsende en krakende klanken, omgeven door stiltes, meer een geluidssculptuur dan een compositie. Het tweede stuk klinkt al even karig en bevreemdend, waarbij vooral de donkere klanken van de basluit en de basklarinet opvallen, de cello prachtig ondersteunend. Dat de twee stukken veel overeenkomsten hebben is niet verwonderlijk: Einbond heeft de twee stukken duidelijk bedoeld als eenheid. Dat geldt eveneens voor ‘Cosmologies’ voor piano en elektronica en ‘Cosmologies III’ voor alleen elektronica. Het is letterlijk gerommel in de marge wat in dat eerste deel klinkt, een vorm van bescheiden noise. En zo nu en dan hoor ik hoe Sinivia aan een snaar trekt, het enige waardoor ik kan ontdekken dat er een piano in het spel is, de toetsen spelen in dit wonderlijke stuk geen rol. ‘Cosmologies III’ verschilt hier nauwelijks van, zeker niet doordat hier vooraf opgenomen geluiden van een piano eveneens een rol spelen. Het enige opvallende hier is het gebruik van veldgeluiden.
‘Kandinsky Kunstwerke’ van Lind begint eveneens met een stuk voor cello solo: het uit 2001 stammende ‘Extrema: A Galilean Sarabande’, alleen horen we nu Gartner. Een mooi, klassiek stuk, enigszins weemoedig ook, vol donkere klankkleuren. Het ‘Galilean’ in de titel, van dit stuk voor cello, elektronica en gong, verwijst naar die Italiaanse astronoom die in 1610 drie manen om Jupiter ontdekte, waar dit stuk door werd geïnspireerd, evenals door de Sarabande uit Bach’s fameuze cyclus voor solo cello en door het schilderij ‘Small Dream in Red’ van Wassiliy Kandinsky. Vandaar de titel van dit album, waar ook ‘Courbe dominante’, overigens ook de titel van één van zijn schilderijen, voor solo fluit op gebaseerd is. En ook hier weet Lind een mooie combinatie te bereiken tussen melodisch en abstract. Verderop in dit boeiende stuk blijkt elektronica ineens ook een rol te spelen, zonder meer de spanning verhogend. Tot slot horen we Knoop in het uit negen delen bestaande ‘Trente’, eveneens gebaseerd op het gelijknamige doek van Kandinsky, waar Lind in 2008 aan begon en dat ze dit jaar voltooide. Maar ook de verwijzingen naar de astronomie vinden we hier terug, alsmede de Griekse mythologie. En ook dit is weer een bijzonder stuk, spannend, enerverend en getuigend van groot compositorisch vernuft.
De albums zijn (deels) te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop.