Meer van saxofoniste Signe Krunderup Emmeluth vandaag. Ze is niet alleen te horen op ‘Guts & Skins’ dat hier eerder voorbij kwam, maar maakt ook deel uit van zowel het ensemble van Liv Andrea Hauge als van Paal Nilssen-Love’s nieuwe band Circus. Van de eerste verscheen ‘Hva nå, Ekko?’, wat zoveel betekent als ‘wat nou, Ekko’ bij Odin, van de tweede ‘Pairs of Three’ bij Nilssen-Love’s eigen PNL Records.
Pianiste, vocaliste en componiste Liv Andrea Hauge vroeg twee andere vocalisten voor haar band: Ragnhild Moan en Marte Eberson – waarbij we die laatste ook op synthesizer horen, saxofoniste Emmeluth, trompettist Torstein Lavik Larsen, bassist Fredrik Luhr Dietrichson en drummer Andreas Winther en creëert daarmee op ‘Hva nå, Ekko?’ een bijzondere geluidswereld. Een conceptalbum waarin Hauge stilstaat bij de ongelukkige liefde van Ekko voor Narcisus. Ze volgt hem overal, zonder er bij na te denken. Ja, net als met een echo, waar dit begrip op gebaseerd is. Na een overdonderend en theatraal intro in ‘I’m Your Echo’ slaat de sfeer drastisch om en volgen verstilde klanken en dito zang, culminerend in de klanknevel ‘Follow’. Verderop zijn het de melodieuze blazerslijnen die hier opvallen, mooi ritmisch begeleid door Hauge, Dietrichson en Winther. Over het algemeen meeslepend melodische muziek, al wordt de abstractie zeker niet geschuwd, zo horen we Emmeluth heerlijk dwarse noten blazen in ‘Follow II’. En bijzonder mooi hoe in ‘All Is Changing’ zich uit die abstractie een stevige ritmiek ontwikkelt, met een prachtige bijdrage van Hauge zelf. Bijzonder is ook zeker de solo van Larsen in ‘Always Again and Again’, gevolgd door een prachtig vocale partij, waarin de belevenissen van Ekko tot uiting komen. Naadloos loopt het over in de solo zang van ‘Out There, Somewhere’, gevolgd door muzikale abstracties, met name in ‘Now’, met mooie rollen voor de beide blazers. ‘Everything Will Be Alright’ brengt aansluitend de groove terug.
Paal Nilssen-Love ruimt in zijn nieuwe band ook een grote plaats in voor vocalen, in de persoon van Juliana Venter. Verder horen we ook hier twee blazers, trompettist Thomas Johansson en Emmeluth op altsax. Verder horen we Kalle Moberg op accordeon, Oddrun Lilja op gitaar, Christian Meaas Svendsen op zowel akoestische als elektrische bas en natuurlijk Nilssen-Love zelf op drums en percussie. De opener ‘Nazare da Mata’ zet direct de toon. Een circusachtig melodietje van de blazers en Venter gaat gepaard van een ritme dat op een rapplaat niet zou misstaan. Het geheel wordt op gezette tijden onderbroken door ongeregelde bewegingen van Emmeluth, uiteindelijk culminerend in een wonderlijke solo. Dit eerste nummer maakt het al duidelijk, de rest bevestigt het alleen maar: dit is free-jazz met een punk attitude. ‘Bota Foga’ biedt ons dan ook twee over elkaar heen buitelende blazers. Maar dit stuk kenmerkt zich ook door het strakke ritme en de krachtige bijdrages van Moberg en Lilja. En een flinke scheut theater, laten we dat niet vergeten. En vrijwel volledig op het conto van Venter, die we horen schreeuwen, praten, fluisteren, scatten en ja, ook nog zingen. Met als hoogtepunt het titelstuk. Wat ons dan weer niet opvalt, is dat het er soms ook flink hectisch aan toe gaat op dit album, dat past immers geheel bij de stijl van drummen van Nilssen-Love. ‘Breakfast in Columbia’ laat overigens horen dat Emmeluth en Venter hier eveneens prima raad mee weten. Zelden iemand zo horen krijsen. Een ander sterk voorbeeld en helemaal in de stijl van deze drummer is ‘Hungerlove’. Het laatste stuk ‘Hummingbird’ vangt aan met het spookachtige geluid van de gongs, waarna we Venter horen met een prachtige, serene en bijzonder hoge stem. Een waardig slot van een prachtig album.
De albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: