Er waren ook de nodige pianisten die schitterden op de laatste editie van North Sea Jazz. Zo hoorde ik op vrijdag David Virelles, die onderdeel uit maakte van het kwartet van Andrew Cyrille – hij kwam hier gisteren nog voorbij – en Kris Davis. Virelles bracht met bassist Ben Street, die overigens ook deel uit maakte van het kwartet rondom Cyrille en drummer Eric McPherson onlangs ‘Carta’ uit voor Intakt Records, terwijl we Kris Davis horen als onderdeel van het Michael Formanek Elusion Quartet. ‘As Things Do’ verscheen bij hetzelfde label.
Wat mij vooral opvalt aan het spel van Virelles is zijn vermogen om de luisteraar daadwerkelijk te raken. Zijn spel heeft het weemoedige van de blues, zoals ook ‘Uncommon Sense’, de opener van ‘Carta’ ons leert. Of beter nog: louter die eerste noten van ‘Confidencial’. Een heel verhaal klinkt er door in die eerste frase. En aan Street en McPherson heeft hij uitstekende begeleiders, die niet alleen in dienst staan van Virelles maar ook hun eigen verhalen vertellen. Street viel me ook al op tijdens het concert vorige week vrijdag, mede dankzij datzelfde gevoel voor de blues. We horen het ook terug in de opening van ‘Lamento Taíno’, een stuk dat qua sfeer perfect past op dit album. Eén en ander wil echter geenszins zeggen dat Virelles niet kan swingen. Bij ‘NYChepinsón’ is het mede dankzij het ritmische spel van McPherson lastig om stil te blijven zitten. Bijzonder is ook ‘Tiempos’ waarin Virelles duidelijk teruggrijpt op de traditie van de jazz en dat vermengt met Latin. Iets dat hij ook doet in ‘Samio’, een stuk dat ook opvalt door de percussie van McPherson. De blues is eveneens volop aanwezig in ‘El Tivoli’. En hier horen we ook een ander kenmerkend element van Virelles’ spel: het is door het werken met noten clusters en onverwachte manoeuvres rijk aan effecten.
Het Elusion Quartet vormt bassist Formanek met saxofonist Tony Malaby, drummer en vibrafonist Ches Smith en dus met Davis op piano. In 2018 verscheen, eveneens bij Intakt ‘Times Like This’ en onlangs kwam daar ‘As Things Do’ bij. Het begint allemaal spannend chaotisch met een maalstroom aan klanken in ‘Bury the Lede’, waaruit eerst Formanek en dan Malaby zich losmaken, die laatste met een maatgevende solo. En weinig blazers leggen zo’n kracht in hun spel als Malaby. Hoe hard iedereen ook speelt en het gaat er hier fel aan toe, hij komt er bovenuit. Dat is voor Davis hier een stuk lastiger, al weet ze er met haar abstracte frases toch regelmatig doorheen te breken. Beter te horen is ze in het rustige ‘Rewind’, menig mooi duet spelend met Malaby. In ‘Rockaway Beach’ zijn het vooral Formanek en Smith die met een meeslepende groove de toon zetten, Davis plaatst accenten en Malaby pakt de melodie op. Mooi is de trio passage verderop waarin met name het spel van Davis opvalt. En dan horen we Davis uitgebreid in ‘Cracked Bells’. Prachtig uitgebalanceerd en fijnzinnig, perfect passend bij die paar aanslagen van Formanek. Verderop loopt de spanning op en is er volop ruimte voor haar meer abstracte spel. Mooi is ook de combi Formanek – Smith in het spannende ‘Entropy’. Ook in het laatste stuk, de ballade ‘Gone Home’ horen we Davis als geen ander. Ze is hier volledig op haar plaats, want als ze iets goed kan, is het fijnzinnig spelen.
Van beide albums zijn stukken te beluisteren op Bandcamp. De albums zijn hier ook te koop: