Westergasfabriek – Amsterdam (Holland Festival) – 23 juni 2023
In mijn laatste verslag naar aanleiding van het uitbrengen van ‘The Collection’, met daarin alle albums die Meredith Monk uitbracht bij ECM Records, kwam reeds naar voren dat Monk zich blijft vernieuwen. Zo speelt in haar meest recente werken instrumentele muziek een grotere rol dan in haar vroege stukken. Iets dat ook geldt voor ‘Indra’s Net’ dat gisterenavond zijn wereldpremière beleefde tijdens het Holland Festival. Monk begon er reeds aan in 2010, sinds 2020 werkt ze eraan met haar ensemble, natuurlijk onderbroken door de pandemie en nu was dus eindelijk het moment daar.
“For many years I have been interested in creating work that can serve as an antidote to the fragmentation, disconnection and uncertainty of contemporary life. Responding to the fragility of Earth’s ecology, I began a trilogy of pieces dedicated to our relationship with the natural world”. Monk doelt hiermee allereerst op ‘On Behalf of Nature’ uit 2013, tevens het tot nu toe laatste album dat ze bij ECM Records uitbracht, vervolgens op ‘Cellular Songs’, waarvan de muziek naar mijn weten nog niet is uitgebracht en tot slot op dit ‘Indra’s Net’. Voor dit laatste stuk liet ze zich inspireren door een verhaal uit de hindoe mythologie over de verlichte koning Indra die een net spande over het universum met op ieder knooppunt een juweel dat alle anderen reflecteert: “illuminating the principle of interdependence among all living things”.
Zoals gebruikelijk bij Monk hebben we ook hier weer te maken met ‘Gesamtkunst’, waarin muziek en zang samen gaan met bewegingstheater, film en architectuur. Zo werkt Monk hier heel duidelijk, naar analogie van dat net, met structuren. De zangers, zestien in totaal, acht in het wit en acht in het zwart, lopen in cirkels en vormen figuren. We zien het extra duidelijk terug in de projecties, waarbij ze van bovenaf worden gefilmd. Maar ook in de opstelling van de musici zit dat gestructureerde. In een halve cirkel zitten links de strijkers, toetsen en harp, dan volgen twee percussionisten aan weerskanten van het scherm, waarna we zeven blazers ontmoeten. In totaal ook zestien.
Van de twee groepen zangers zijn die in het wit het meest actief. Dat is het kernteam rondom Monk zelf. De zangers in het zwart komen gaandeweg de anderhalf uur dat het stuk duurt steeds vaker aan bod, maar spelen wel duidelijk een bijrol. Qua zang is dit stuk ook weer typisch Monk, wat allereerst betekent dat ook in ‘Indra’s Net’ tekst totaal geen rol speelt. En ondanks dat wordt er toch wel degelijk een verhaal vertelt en beleven we dat als luisteraars ook als zodanig, bijvoorbeeld middels de nodige ‘dialogen’. En het blijft verbluffend, zeker live en met behulp van de prachtige akoestiek van de gashouder, die prachtige klankwereld die Monk weet te creëren en die zeker recht doet aan de gedachte die achter dit stuk zit.
Zoals gezegd, speelt de muziek echter ook een grote rol, met zeker voor Monk’s doen een uitgebreid ensemble. Soms duidelijk ondersteunend aan de zang, maar op een aantal momenten ook op geheel eigen wijze Monk’s gedachtewereld verklankend. Met diezelfde subtiliteit en overredingskracht als we inmiddels van haar gewend zijn.