In deze laatste recensie van ‘The Recordings’, met daarin alle albums die Meredith Monk opnam voor ECM Records aandacht voor wederom 3 Cd’s. Cd’s die laten zien dat bij Monk, ook al is alles wat ze doet direct herkenbaar, de ontwikkeling niet stil staat. Zo is op ‘Impermanence’ de rol van instrumenten groter dan ooit en gaat ze hier anders om met harmonie en overtreft ze zichzelf in ‘Songs of Ascension’ qua grootte van de bezetting. Tot slot komt het tot nu toe laatste album dat bij ECM Records verscheen, in 2016, aan bod: ‘On Behalf of Nature’, waarin Monk laat horen dat haar maatschappelijke betrokkenheid eveneens geenszins is verdwenen.
“In a way, making a piece “about” impermanence is an impossible task. I could only imply it, offer glimpses, create music that would be evocative but would also leave space for each listener to have his or her responses.” Dit zijn de woorden van Monk die we terugvinden in het programmaboek over het uit 2007 daterende ‘Impermanence’. Waarom dan toch een stuk componeren als dit, kun je je afvragen. Tegelijkertijd is dit natuurlijk thematiek die perfect past bij haar, denk ook maar aan ‘Mercy’ dat hier gisteren voorbij kwam. En ja, als geen ander blijkt Monk ook nu weer in staat om aan die ongrijpbaarheid vorm te geven. Het is vooral de piano die we in dit stuk veel nadrukkelijker horen, ook voor langere tijd solo, bijvoorbeeld in ‘Maybe 1’. En daar waar we ook vocalen horen, gaat het vaak meer gelijk op. Wat op dit album ook opvalt is dat de muziek abstracter is, minder harmonisch. Een mooi voorbeelden daarvan zijn ‘Liminal’, ‘Between Song’ en ‘Maybe 2’. Monk zoekt hier duidelijk naar nieuwe wegen om vorm te geven aan die “impossible task”. Dat doet ze ook in ‘Disequilibrium’, maar dan door het op bijzonder originele wijze inzetten van percussie. Juist weer bijzonder harmonisch, maar ook bijzonder is ‘Skeleton Lines’ en dan met name vanwege de zang.
Terecht schrijft Kyle Gann in het programmaboek dat de muziek van Monk duizenden jaren oud lijkt, verwant aan muziek van wellicht reeds uitgestorven volkeren. Iets dat voor al haar werk geldt, maar zeker voor dat monumentale ‘Songs of Ascension’ waarin we naast haar eigen groep het Todd Reynolds strijkkwartet horen, de vocalisten van het uit haar groep voortgekomen The M6 en de Montclair State University Singers, onder leiding van Heather J. Buchanan. De aanwezigheid van een strijkkwartet en een groot koor verleent het werk een totaal andere sfeer, spiritueel en diepzinnig. En boeiend die strijkerspassage in ‘Shift’, gevolgd door een prachtige bijdrage van Monk in ‘Mapping’. En prachtig dat ‘Vow’ met Katie Geissinger, die zo ongeveer haar hele leven al met Monk werkt en het strijktrio, onroerend mooi. Iets dat ook geldt voor de subtiele klankwolken die het koor in ‘Clusters 2’ en ‘Strand (Inner Psalm)’ creëert. Van een geheel andere orde is die heftige ritmiek in ‘Burn’ en ‘Ledge Dance’, overweldigende stukken waarin vooral de samenwerking tussen de strijkers en vocalisten opvalt. Tot slot moet hier ‘Fathom’ aan bod komen, met name vanwege Monk’s indringende zang en die drone op de achtergrond.
In ‘On Behalf of Nature’ staat Monk stil bij wat wij de aarde aan doen. Direct in ‘Dark / Light 1’ openbaart zich dat in een boeiende combinatie van zang en slagwerk, John Hollenbeck, een musicus die eveneens al heel lang met Monk samenwerkt. Mooi ritmisch slagwerk ook in ‘Eon’. Verder is dit een album dat qua stijl sterk lijkt op de albums die hier gisteren voorbij kwamen. Ook hier wordt de muziek uitgevoerd door haar eigen ensemble en overheerst het vocale. Dat het hier om de natuur gaat, blijkt ook mooi uit ‘Environs 2’. Hier lijken veldopnames te klinken, maar het zijn stemmen en wat percussie, weer eens getuigend van de kwaliteiten van dit bijzondere ensemble. In ‘Pavement Steps’ en ‘Ritual Zone’ lijkt Monk te verwijzen naar de inheemse volkeren die vaak een veel betere verstandhouding met de natuur hebben dan wij. En ook hier speelt slagwerk een grote rol. En ook dit album zit weer vol met prachtige vocale acrobatiek. Zoals in ‘Environs’ en in ‘Harvest’.