Concertgebouw (NTR ZaterdagMatinee), Amsterdam – 3 juni 2023
Het is natuurlijk wel een beetje toeval, deze recensie van ‘The Death of Klinghoffer’, John Adams‘ opera uit eind jaren ’80, net nu ik met een hele serie recensies bezig ben over minimalisme. Adams, geboren in 1947, is natuurlijk nog te jong om tot de grondleggers van dit genre te behoren, maar drukt vanaf half jaren ’70 wel een grote stempel op deze beweging. En niet in het minst met zijn opera’s waarvan ‘The Death of Klinghoffer’ de tweede was. Gisteren dirigeerde hij hem weer eens zelf, concertant. Met voor hem het Radio Filharmonisch Orkest en links achter het Groot Omroepkoor. De afsluiting van dit seizoen van het NTR ZaterdagMatinee.
Ja, helaas is het verhaal nog steeds actueel en het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Niets zo hardnekkig als menselijke overtuigingen, preoccupaties en vooroordelen. Want voor wie het nog weet, op 7 oktober 1985 kaapte vier Palestijnen het cruiseschip ‘Archille Lauro’ om Israël te bewegen vijftig Palestijnse gevangenen vrij te laten. Een operatie die jammerlijk mislukte toen Syrië de kapers toegang weigerde tot zijn havens, maar die wel een passagier, de Joodse Amerikaan Leon Klinghoffer het leven kostte. Met rolstoel en al werd hij, na te zijn doodgeschoten, overboord gegooid. Het was regisseur Peter Sellars, die al eerder met Adams ‘Nixon in China’ had gemaakt, die met het idee kwam voor deze opera die de nodige controverse los zou maken.
Het ging Adams namelijk duidelijk niet primair om dit verhaal, maar om wat het illustreert: het onvermogen van mensen om over hun schaduw te stappen en elkaar de hand te rijken, het vastzitten in overtuigingen en onverdraagzaamheid en ook wat dat betreft is dit stuk helaas actueler dan ooit. Tekenend daarvoor is de opbouw van de opera. De belangrijkste scenes zijn de koorscenes die ingaan op deze stelling. Zo hebben we in het eerste bedrijf het ‘Koor van de Oceaan’. Lucide klanken, die grote watermassa weergevend. De boodschap van Adams is: hier komen we allemaal vandaan, dit is de kraamkamer van al het leven, alles wat we daarna hebben aangebracht aan verschillen doet er in wezen niet meer toe. Of het ‘koor van de woestijn’ in het tweede bedrijf, waarmee Adams lijkt te zeggen dat het landschap er voor een ieder is, de woestijn kent geen onverdraagzaamheid. En dat gegeven doortrekkend, als we niet snel stoppen met het verwoesten van ons klimaat woont daar in die zandbak straks helemaal niemand meer, hoeven ze er ook geen ruzie meer over te maken.
Maar Adams neemt nog op een tweede wijze afstand, namelijk door de kapitein, een paar bemanningsleden en toeristen, waaronder mevrouw Klinghoffer, achteraf te laten vertellen over de kaping. Het maakt het tot een bijzondere opera waarin handeling dus eigenlijk volledig ontbreekt, wat het overigens een stuk maakt dat zeer geschikt is voor een concertante uitvoering. We beginnen verder met twee andere koren, als een proloog. Die van ‘de verdreven Palestijnen’ en die ‘van de verdreven Joden’, waarmee Adams schetst hoe de zet om in 1947 de Joden een eigen staat toe te kennen in Palestina de kiem van al het onheil van de laatste vijfenzeventig jaar in zich draagt. Vooral dat eerste koor is indrukwekkend, culminerend in een zeer dynamisch slot. Het zijn dit soort scenes waar na de première in de Brusselse Munt heftige kritiek op kwam, Adams zou het te veel hebben opgenomen voor de Palestijnen, terrorisme verdedigen en zich antisemitisch betonen. Niets is echter minder waar, het enige dat hij doet is op zeer genuanceerde wijze alle aspecten van deze slepende tragedie uitlichten.
De mooiste stukken van de opera, en dat bleek ook weer gisteren in de uitvoering door dit ook nu weer fantastische spelende orkest, zijn die waarin de spanning oploopt. Zoals in het eerste bedrijf als de kapitein, een prachtige rol van Elliot Madore, te horen krijgt dat zijn schip is gegijzeld, of die scene waarin het orkest de dood van Klinghoffer verklankt in een zenuwslopende maalstroom aan klanken. Prachtig zijn ook de scenes met die heerlijk theatrale Oostenrijks dame, Anne Mari Stanley en de danseres, Laetitia Gerards. Met name die laatste scene biedt Adams de mogelijkheid om een heerlijk stuk swingend minimalisme neer te zetten, eigenlijk geheel niet passend in dit verhaal, maar wel heel mooi.
Zoals altijd is dit concert hier te beluisteren.