Het minimalisme in de westerse muziek kwam in de jaren ’60 van de vorige eeuw natuurlijk niet uit de lucht vallen. Het werken met drones en repetitieve patronen had weliswaar geen traditie in de serieuze westerse muziek, dat lag anders in de volksmuziek en in niet westerse culturen. Zo kent zowel Marokko als Ethiopië muzikale stijlen die aan de term ‘minimalisme’ refereren. Als prima voorbeeld van het eerste kan de muziek van de Marokkaanse Gnawa dienen, waarvan bassist Bill Laswell in 1990 opnames maakte in Marakech, een album dat onlangs opnieuw werd uitgebracht door Zehra Music en voor de muziek van Ethiopië biedt een nieuw album van Fendika & K-Sanchis, ‘GOJO’, verschenen bij 121234.Records, prima aanknopingspunten.
De Gnawa, de nazaten van in de zestiende eeuw slaafgemaakten, maken trancemuziek, waarin de Afrikaanse invloeden duidelijk zijn terug te horen, vermengd met de Islam. De ‘Maleem’ is de voorzanger en ceremoniemeester, de overige zangers reageren op zijn voorzetten. Verder valt de opzwepende muziek op, waarin we onder andere de gimbri herkennen, iets dat Laswell in deze muziek waarschijnlijk primair aansprak. Die vraag-antwoord-zang is typisch voor deze stijl van musiceren en ‘Mimoun Mamrba’ en ‘Toura Toura Tour Kellah’ kunnen dienen als uitstekende voorbeelden. In veel culturen zijn trance en extase volledig geaccepteerde verschijnselen. Een belangrijke uitzondering is het Christendom wat daar eeuwenlang bijzonder krampachtig over deed. Niet dat dat uiteindelijk veel heeft geholpen, denk maar aan de opmars van de Pinksterkerken. En dit is muziek om in extase bij te raken, zondermeer. Prachtig in dit verband is ook dat golvende slagwerk in ‘Tramin’ en een prachtig duet van zang en gimbri in ‘Moulay Abdelllah Ben Hassaine / Mouly Brahim’.
In december 2019 werden de Zwitserse saxofonist Jeroen Visser en de Ethiopische danser Melaku Belay gevraagd om een bijdrage te leveren aan het ‘Marathon of Celluloid silent movie Festival’ in Zürich. Visser, die samen met mede saxofonist Steve Buchanan K-Sanchis vormt, stapte naar het Fendika Cultural Center en een nonet was geboren. In tegenstelling tot de opnames van de Gnawa is de muziek van deze band natuurlijk een combinatie van originele Ethiopische muziek en westerse stijlen als jazz en rock, maar wat de beide albums met elkaar gemeen hebben is het meeslepend ritmische karakter van de muziek. Prachtig bijvoorbeeld dat wat slome ritme in ‘Paean’, nog versterkt door voor ons ongewone instrumenten als de masinqo, een soort luit, de kirar en de baskirar, een soort van harpen en de kebero, een zogenoemde tweevellige trommel. En ‘Everlasting’ laat horen dat dit een cross-over album is, want hier horen we toch duidelijk invloeden van de vrije improvisatie en de daar vaak bijhorende graad van abstractie. En heerlijk meeslepend klinkt het ritme, met een flinke scheut funk, in ‘Adage’. Mooi is ook het trage, blues-achtige ritme van ‘Erd’.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: