Het is al weer enige tijd geleden dat ik stil stond bij het Zwitserse VETO Records, het geesteskind van saxofonist Christoph Erb. Twee recente albums laten echter weer eens horen hoe bijzonder dit label is en hoe zeer Erb, die op geen van beide albums te horen is, anderen een podium gunt. Saxofonist Elio Amberg en drummer Julian Sartorius vormen samen Julius Amber. Eerder dit jaar verscheen ‘Close Up’ als LP. En heet van de persen is ‘Ghost Ship’ van Die Fermentierten, ofwel saxofonist Lino Blöchlinger, gitarist Valentin Baumgartner en drummer Tobias Sommer.
We beginnen ‘Close Up’ met ‘Augmented’, met bijna veertien minuten verreweg het langste stuk op het album. En als ik in ogenschouw neem dat de bezetting bestaat uit een saxofoon, zo te horen een tenor en een drumstel dan is wat ik hoor op zijn minst apart te noemen. Dit klinkt namelijk meer als aan noise verwante elektronica dan als vrije improvisatie. En ook de bijdrage verderop van Sartorius is nu niet bepaald wat ik onder een drumsolo versta, veeleer betreft het hier een ingenieus klanklandschap waar even later Amberg het zijne aan bijdraagt. Soms zijn dat redelijk gestructureerde klanken, maar veel vaker heerst het toeval en verbaas ik mij over de grenzeloze creativiteit van dit duo. De overige negen stukken zijn bijzonder kort en hebben als titel ieder een letter uit het woord ‘Augmented’. Muzikaal zijn het voortzettingen van dit eerste stuk.
Het was mij reeds eerder opgevallen dat VETO Records niet geschikt is voor de conservatieve jazzliefhebber, laat staan voor hen die de afgelopen dagen hebben rondgelopen op het aan oude stijl jazz gewijde festival in mijn woonplaats Breda. Ik houd mij daar verre van en verkeer met de Zwitsers. Die van Die Fermentierten maken het daarbij nog bonter dan Julius Amber. Baumgartner waagt zich aan de rap in opener ‘Bring me boiling water’, ingebed in free-jazz die tegen noise aanschuurt. In ’22 Dogs dropping from a moontower’ gaat het er weliswaar wat rustiger aan toe, maar zeker niet melodieuzer. En prachtig die heerlijk vrije solo van Blöchlinger in ‘Chasing Street Bloom’ nog voor Baumgartner en Sommer de beuk erin gooien. Over melodie gesproken, die duikt volledig onverwachts op in ‘Three eyes no soul’, mooi geblazen door Blöchlinger en strak begeleid door Baumgartner en Sommer. En als we dan verderop Barumgartner nog horen zingen, is het feest helemaal compleet. Het is echter wel een uitzondering, in ‘Good Knife, Bad Knife’ klinkt weer volop het experiment. De bassax horen we niet vaak in de jazz, des te opvallender is het ritmisch patroon dat Blöchlinger blaast in ‘Hannibal’s Elephant Walk’.
De albums zijn deels hier te beluisteren en ook te koop.