Vandaag twee musici die ECM Records al hun gehele leven trouw zijn. Gitarist Ralph Towner bracht er in 1973 zijn eerste album, ‘Trios / Solos’ uit en pianist Bobo Stenson is te horen op ‘Sart’ van Jan Garbarek uit 1971, waarop we overigens ook bassist Arild Andersen horen, die hier eerder al voorbij kwam met recent werk. Vijftig jaar later ligt er ‘At First Light’, Towners laatste solo album, de laatste dateert van 2017 en ‘Sphere’ van het Bobo Stenson Trio, waarop we de vermaarde pianist horen met Anders Jormin op contrabas en Jon Fält op drums.
Je zou het niet zeggen als je Towner gitaar hoort spelen, maar hij begon ooit op trompet, schakelde over op de piano en pas in 1963, hij zat toen reeds op de University of Oregon, op de klassieke gitaar. Zeven jaar later introduceerde Dave Holland hem bij ECM Records. De kwaliteit die Manfred Eicher hem kon bieden sprak hem aan en de rest is geschiedenis. Acht eigen stukken en drie covers bevat dit nieuwe album. Stukken die helemaal passen bij wat we gewend zijn bij Towner: excelleren in details. ‘Flow’ en ‘Strait’, de eerste twee stukken van eigen hand op dit album geven een mooi inzicht in de stijl van Towner, voor hen die zijn muziek nog niet kennen. Prachtig beweegt hij tussen melodieus, zonder dat hij ook maar één echte melodie speelt en abstractie. In de standard ‘Make Someone Happy’ zoekt hij wel heel duidelijk de melodie, het stuk is direct herkenbaar. Bijzonder is ook het vaag ritmische spel in ‘Ubi Sunt’, waarbij de kwaliteiten van zijn gitaar optimaal aan bod komen. Mooi is ook het spannende titelstuk ‘At First Light’ en de wijze waarop Towner hier de klanken doseert. De tweede cover is het anonieme ‘Danny Boy’, dat in tegenstelling tot ‘Make Someone Happy’ abstracter klinkt. Aantrekkelijk ritmisch klinkt Towner’s spel in ‘Fat Foot’. De derde en laatste cover is ‘Little Old Lady’ van Stanley Adams en Hoagy Carmichael, met veel vaart gespeeld.
Ook ‘Sphere’, zo leert ons opener Per Nørgård’s ‘You Shall Plant a Tree’ ons, is een typisch ECM Records album. Een delicaat patroon ontvouwt Stenson hier, gevolgd door Jormin. Maar deze opener maakt nog iets anders duidelijk, Nørgård is een bekend Deens componist, maar dan in het genre dat we klassieke muziek noemen. En het is niet het enige moment dat Stenson de grens over steekt. Hij speelt bijvoorbeeld ook ‘Spring’ en ‘Communion Psalm’ van Sven-Erik Bäck en ‘Valsette, opus 40/1’ van Jean Sibelius, naast stukken van Jormin als het breekbare ‘Unquestioned Answer – Charles Ives in Memoriam’. De enige die als componist hier ontbreekt is Stenson zelf. Kortom Stenson tast de grenzen af, zowel muzikaal, dit is meer hedendaagse kamermuziek dan jazz als voor wat betreft het pianotrio als vorm. Wat meer in de richting van jazz komt ‘Kingdom of Coldness’ van Jormin. Op het fijnzinnige ritme is het goed improviseren voor Stenson. Iets dat overigens ook geldt voor de bewerking die Jormin maakte van ‘Ky and Beautiful Madame Ky’ van de Noorse componist Alfred Janson. Een stuk waar Jormin zelf overigens ook een belangrijke rol speelt.