De uit Letland afkomstige componist Pēteris Vasks is bij ons inmiddels aardig bekend, iets wat veel minder geldt voor de Cyprioot Vassos Nicolaou. Van beiden verschenen onlangs Cd’s met werk voor piano solo. Reinis Zariņš nam onder de titel ‘Piano Works’ een drietal stukken, waaronder het monumentale ‘The Seasons’, op voor Ondine en Tamara Stefanovich legde voor Pentatone de ‘Etudes’ vast van Nicolaou, samen met ‘Frames’ voor vier handen, dat ze speelt met haar partner Pierre-Laurent Aimard. Beiden hoorde ik nog onlangs tijdens het Kurtág Festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ.
De koekoek speelt volgens het boekje bij ‘Piano Works’ een rol in veel Letse volksverhalen, maar ook in ‘Cuckoo’s Voice. Spring Elegy’ waar het album mee opent. Een ode ook aan de natuur, waar Vasks zich duidelijk mee verbonden voelt. Het stuk stamt uit 2021, in dezelfde tijd waarin zijn landgenoot Zariņš het gebrek aan concerten vanwege de pandemie benutte om de natuur van Letland beter te leren kennen. En het is die betrokkenheid bij dit stuk die je terug hoort in zijn prachtig ingetogen spel. Vasks schreef een echte elegie, met die voor hem kenmerkende ingehouden kracht en ieder gebrek aan opsmuk. ‘Cycle’ dat stamt van bijna een halve eeuw eerder, 1976, is een totaal ander werk, waarbij vooral de grote dynamische contrasten opvallen. In ‘Prologue’ en vooral ‘Drama’ is de muziek zeer expressief en ja, soms ook redelijk theatraal, terwijl we in ‘Nocturne’ de sfeer van het hierboven genoemde stuk aantreffen en in de ‘Epilogue’ de muziek trilt van ingehouden spaning. ‘The Seasons’ schreef Vasks tussen 1980 en 2008 en kwam hier eerder voorbij in een uitvoering door Marcel Worms. Het is een prachtige, met meer dan vijftig minuten substantiële cyclus voor dit instrument, waarbij Vasks de sfeer van die vier seizoenen perfect weet te treffen.
Nicolaou schreef zijn vijftien ‘Etudes’ tussen 2008 en 2016. En zoals hij zelf zegt gaan die etudes over “conflict, flashbacks, illusionary polyphony, delays, distorted canons and resonance.” Dat resulteert in vijftien muzikale verhalen, waarin Nicolaou zich per keer op een bepaalde wijze van spelen of techniek concentreert. Zo laat hij zich bij de eerste etude ‘Anados’ leiden door het gegeven dat wij vormen zien in abstractie, bijvoorbeeld in een wolk. Het leidt tot een bijzonder dynamisch stuk van nog geen anderhalve minuut. Heel anders klinkt ‘Monologos’ waarin Nicolaou een acteur verklankt op het podium in een leeg theater. Het is met name het hamerende spel dat hier opvalt. Iets dat ook opvalt in het veel abstractere ‘Delays’. Voor ‘Chimes’ liet de componist zich leiden door de klank van belletjes in de wind, iets dat hij hier opvallend goed weet weer te geven. Voor ‘Entrap’ diende het pianospel van Art Tatum en Oscar Peterson tot voorbeeld en het ritmische spel met de linkerhand, terwijl de rechterhand de vrijheid zoekt. Etudes als ‘Hast Du Angst?’ en ‘Distory’ zijn dan weer vrij abstract van karakter en bezitten een grote mate van a-synchroniciteit. De laatste etude schreef Nicolaou speciaal voor Stefanovich: ‘Tamara’, als dank. En dat mag, de muziek van deze componist is allesbehalve gemakkelijk en Stefanovich kwijt zich met verve van de taak. ‘Frames’ dateert uit 2016/2017 en was een huwelijkscadeau voor het echtpaar van de componist. Een mooi stuk vol onverwachte wendingen.