De komende tijd hier de nodige pianisten die het solo pad betreden, zowel binnen de jazz, als later binnen de hedendaags gecomponeerde muziek. Te beginnen met twee albums die de afgelopen maanden bij Intakt Records verschenen. Katharina Weber nam ‘In Márta’s Garden’ op en Marie Krüttli realiseerde ‘Transparence’.
De titel ‘In Márta’s Garden’ verwijst naar Márta Kurtág, de in 2019 overleden echtgenote van György Kurtág, maar ook zelf pianiste. Katharina Weber ontmoette het echtpaar dertig jaar geleden tijdens een masterclass. Een vriendschap ontstond die zijn sporen achter zou laten in het werk van Weber. De muziek van Weber heeft dan ook het één en ander gemeen met die van Kurtág. Allereerst zijn ook bij Weber de stukken kort, tot zeer kort, waardoor er negentien op dit album passen. Samengebalde energie ook hier en grote zeggingskracht en intensiteit met slechts weinig noten en vaak een ingenieus gebruik van stilte, bijvoorbeeld in ‘Für Márta Kurtág zum 90. Geburtstag’. Wat Weber ook gemeen heeft met Kurtág, aan wiens pianomuziek ik onlangs uitgebreid aandacht besteedde naar aanleiding van een festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ, is het puntige karakter en de vaak sterk repetitieve insteek. Iets dat we mooi terugvinden in de delen ‘Extemporale’. Overigens horen we in deze stukken ook mooi terug hoe Weber hedendaags gecomponeerd combineert met geïmproviseerd. Weber voegde ook twee stukken van Kurtág toe aan het album, het eerste en het laatste, beiden uit ‘Játékok’. Een prachtig hommage dit album.
De voor mij volstrekt onbekende Krüttli is naar eigen zeggen beïnvloed door Craig Taborn en Jason Moran. Ze bracht al wel de nodige albums uit, maar het was de pandemie die haar deed besluiten te componeren voor piano solo, waarvan ‘Transparence’ het resultaat is. We beginnen uiterst subtiel met ‘The Hope of Light and Shadow on Your Skin’, weinig noten, veel stilte. Zo blijft het echter niet, in ‘Flow of Irrational Thoughts’ vallen de notenclusters in het hoge register op. Inderdaad, het stroomt hier. Stromen doet het ook in ‘L’Etendue’, alleen ligt hier het tempo lager, maar prachtig zoals ze ook hier het hoge register aftast. En spanning zit er in ‘Espaces’ en in ‘Dark Belly’, ook hier dynamische notenclusters, maar nu in het lage register. Overigens doet haar stijl me vaak meer denken aan Moran dan aan Taborn. Ze hebben hetzelfde gevoel voor ritmische structuren, bijvoorbeeld mooi tot uiting komend in ‘Fugue’, terwijl Taborn vaak veel abstracter klinkt. Maar ook een stuk als ‘Song’ past daarbij, net als vaak bij Moran, met een knipoog naar de jazzgeschiedenis.
Van beide albums zijn fragmenten te beluisteren op Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop.