Duitse jazz vandaag, bij ons nooit te horen. Gek genoeg, het zijn tenslotte onze oosterburen. Op alle drie de Cd’s horen we saxofonist Frank Paul Schubert. Op het bij Superco verschenen ‘Psyladellic’ wordt hij vergezeld door toetsenist Jan Hellwig, bassist John Hughes en slagwerker en kornettist Chad Popple; op ‘Black Holes Are Hard to Find’, dat uitkwam bij Nemu Records werkt hij samen met gitarist Kazuhisa Uchihashi en drummer Klaus Kugel. Schubert en Kugel maken ook deel uit van het Yamabiko Quintet, samen met basklarinettist Michel Pilz, trompettist Reiner Winterschladen en bassist Christian Ramond. Hun titelloze album verscheen eveneens bij Nemu Records.
‘Psyladellic’ bevat ‘psyl’ vijf, zes, zeven, negen, tien en twaalf in willekeurige volgorde, geen idee waar die andere stukken gebleven zijn. Maar we beginnen met Psyl#seventh’. De heldere klank van Schubert op sopraansax valt op, naast het tabla spel van Popple, Hellwig’s verrichtingen op de Rhodes en het heerlijk zware spel van Hughes. En het hoge melodische gehalte. ‘Psyl#ninth’ begint uiterst ingetogen, met mooi pianospel van Helllwig, regelmatig ruw doorbroken door Popple. Verderop horen we Schubert al even fragiel klinkend. Maar het mooist in dit stuk is de bijdrage van Hughes, met zijn strijkstok stugge klanken uit zijn contrabas purend. In het al even fragiel poëtische ‘Psyl#tenth’ horen we Schubert op altsax, naast psychedelische klankwolken van Hellwig en een aantal gerichte slagen van Popple. Maar hier blijft dat niet zo, verderop wordt de muziek beduidend abstracter, culminerend in een prachtige solo van Hellwig op de Fender Rhodes. Abstract klinkt ook zeker ‘Psyl#sixfth’, met mooie bijdrages van zowel Schubert als Hughes, die laatste lijkt wel een zwerm insecten te imiteren. Bijzonder zijn ook ‘Psyl#fifth’ dat veel wegheeft van een geluidssculptuur en ‘Psyl#twelfth’ waarin Popple’s spel op de tabla’s op prachtige wijze gecombineerd worden met veldopnames.
Direct in ‘Needle’s Eye’, de opener van ‘Black Holes Are Hard to Find’ worden we vergast op een prachtig duet tussen Schubert en Uchihashi, klagende klanken worden ons deel, het lijkt hier wel of twee katten elkaar te lijf gaan. Het titelstuk past qua klank goed bij het vorige album, ook hier creëren de musici een boeiend klanklandschap, dat Schubert met zijn sopraansax enthousiast doorkruist. Al even fascinerend klinkt het in ‘Explosive Past’, waarin met name de samenwerking tussen Uchihashi en Schubert opvalt, terwijl Kugel hier voor krachtige accenten zorgt. En wat een prachtig einde kent dit stuk: Schubert op de rand van het onmogelijke. Heftig slagwerk in ‘Internal Structure’, of er iemand keihard op de deur staat te bonken, een mooi contrast met de ingetogen sax- en gitaarklanken. Althans voor wat het begin betreft, verderop loopt de spanning hier op tot grote hoogte. Bijzonder fijnzinnig klinkt Schubert ook in ‘New Kind of Terrain’, klanken producerend die slechts in de verte aan een saxofoon doen denken, de titel is dan ook uitstekend gekozen. En ook hier neemt verderop, zeker met de komst van Uchihashi, de spanning toe. En prachtig dat vreemdsoortige samenspel van dit trio in ‘Supersonic Interaction’. De klanken van sax en gitaar vallen nagenoeg samen terwijl Kugel klinkt als de rollende donder.
Het album van het Yamabiko Quintet past meer in de lijn van de vrije improvisatie. Onder andere door het ontbreken van elektronica laat dit album een wat meer traditionele free-jazz indruk achter. Opener ‘Bow’ bevat mooie verrichtingen van de drie blazers, Schubert, Pilz en Winterschladen, maar ook een boeiend unisono geblazen stuk aan het eind. Kugel mag met een flitsende solo ‘Sandrinella’ openen en is ook verderop duidelijk aanwezig met zijn stevige slagwerk. Een mooi stuk met een onverwacht ritmische structuur. In ‘A Glimpse of Destination’ mogen we genieten van het spel op de basklarinet van Pilz, verderop mooi aangevuld door Schubert op sopraansax, mooi die twee uitersten op het klankspectrum. Boeiend blazersspel tussen de drie ook in ‘Curled Up’, soms valt het prachtig samen, op andere momenten schuurt het heerlijk ongepolijst. Bijzonder is tot slot ‘Beautiful Flowers’, zowel vanwege het samenspel tussen de blazers als het heerlijk lome ritme dat Ramond en Kugel hier neerzetten. Een prachtig einde van een bijzonder goed album.
De albums die bij Nemu Records verschenen zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: