“De republiek van het slagwerk”, zo noemde dirigent Bernard Haitink de slagwerkers van het inmiddels Koninklijke Concertgebouw Orkest. Regisseuse Carmen Cobos kreeg exclusief toegang tot deze bepalende musici en hun wijze van werken, iets dat resulteerde in de documentaire ‘De Koninklijke Republiek’, die afgelopen donderdag in de bioscopen zijn première beleefde. De rode draad in het verhaal is het concert dat het orkest op 4 februari vorig jaar gaf en waarbij paukenist Nick Woud na twintig jaar afscheid nam.
De percussionisten blijken een aparte rol te vervullen, in de afgelopen honderdvijfendertig jaar waren er slechts zesentwintig actief! Een benijdenswaardige positie dus als je mag behoren tot de huidige vijf (twee paukenisten, waarvan één vacature en drie percussionisten). We zien ze tijdens de trailer aankomen bij het Concertgebouw, zich omkleden en vervolgens opkomen. Aansluitend gaan we terug naar die periode die we als bezoeker nooit meemaken, het klaarzetten van de instrumenten, bij slagwerk natuurlijk altijd een hele klus.
En we zien ze instuderen, met Ivan Fischer op de bok, de eerste symfonie van Mahler, februari vorig jaar. Slagwerkers hebben daarbij relatief veel vrijheid in het orkest. Een orkest schrijft ‘bekkens’ voor, maar welke bekkens? Er liggen dertig sets in de kast. Dat vraagt natuurlijk om afstemming tussen die vijf musici. De laatste die erbij kwam, was de Japanse paukenist Tomohiro Ando, “Tomo” genoemd, ooit een leerling van de hierboven reeds genoemde Nick Woud. Mooi is hoe Woud laat zien dat ook zijn leermeester paukenist was bij het orkest, net als diens leermeester, zo wordt het stokje letterlijk doorgegeven. De documentaire eindigt met de audities voor Wouds opvolger, iets dat niet lukt en dus zal het orkest voor zijn tweede paukenist voorlopig uit het reservoir aan freelancers putten.
Mooi is ook de herinnering van Herman Rieken, die zijn première bij het orkest had tijdens het Kerstmatinee van 1983 en daar de grote trom bespeelde in de derde symfonie van Gustav Mahler. Hij wist letterlijk niet wat hem overkwam, zo blikt hij terug. “Als ik hier nu weer aan terugdenk, veertig jaar geleden, nou, het voelt alsof ik dit gisteren gespeeld heb.” Behoren tot de slagwerksectie betekent ook vaak eindeloos wachten tijdens een repetitie of tijdens een orkest. We zien ze daar zitten tijdens die hierboven genoemde repetitie met Fischer, ze klooien wat aan de instrumenten, communiceren non-verbaal met elkaar, leunen tegen de trap, staren eens naar boven en komen dan ineens in actie! Waakzaamheid is geboden. Ze behoren tot de absolute top, geven les, organiseren workshops, we zien Woud, Mark Braaghart en Bence Major in die rol en toch zien we Woud en Rieken ook ergens in Noord Holland heerlijk genieten van een drumband, die waar Woud ooit in zat. En als hij dan weer mag meelopen: “Ik voelde me als een vis in het water”.