In dit tweede deel van het portret van pianiste Satoko Fujii aandacht voor het bij haar eigen Libra Records verschenen ‘Hyaku – One Hundred Dreams’, een uit vijf delen bestaande compositie voor nonet met een werkelijk adembenemende bezetting, bestaande uit tenorsaxofoniste Ingrid Laubrock, fagotiste Sara Schoenbeck de trompettisten Natsuki Tamura en Wadada Leo Smith, bassist Brandon Lopez, de drummers Tom Rainey en Chris Corsano en Ikue Mori op elektronica. Tevens verscheen bij Libra het alleen als download verkrijgbare ‘Sleeping Cat’, het nieuwe album van het trio Gato Libre dat Tamura en Fujii vormen met trombonist Yasuko Kaneko.
De titel ‘Hyaku – One Hundred Dreams’ verwijst naar het feit dat dit het honderdste (!) album is dat deze pianiste uitbrengt. Het is dan ook niet meer dan terecht dat ze zelf begint met kristalheldere, subtiele pianoklanken. Een sfeer van verstilling creërend. Bescheiden slagwerk versterkt dat beeld, tot Fujii zelf de abstractie zoekt en de muziek iets ongenaakbaars krijgt, of er wolken voor de zon trekken. Zo rond de zevende minuut doet Schoenbeck op verrassende wijze haar intrede, de fagot, zelden te horen in de jazz en de geïmproviseerde muziek, blijkt hier volkomen op zijn plaats. Maar goed, dit stuk heeft dan ook evenveel kenmerken van jazz als van hedendaags gecomponeerde muziek. Die compositorische kwaliteiten blijken ook uit de wijze waarop ze verderop de overige blazers op bijzonder subtiele wijze laat aansluiten. Puur jazz is dan weer die slagwerk passage tegen het einde van het eerste deel en de wijze waarop de blazers de melodie neerzetten.
Het is Smith die we horen aan het begin van het tweede deel, met die voor hem zo typische verstilde klankbehandeling, bijzondere technieken allesbehalve schuwend. Lopez sluit aan, met een al even bijzondere solo. Pas in het derde deel komt er vaart in, horen we de beide drummers en Lopez in een meeslepend ritme, een perfecte voedingsbodem leverend voor Laubrocks escapades. Gaandeweg het derde deel neemt de abstractie toe en wordt de compositie meer een ensemble stuk, tot in het vierde deel Mori het stokje overneemt en met haar laptop een aantrekkelijk klanklandschap creëert. De solo van Tamura verderop in dit deel laat mooi horen hoe verschillend trompettisten kunnen klinken, een mooie experimentele, maar ook innemende solo.
Het is in opener ‘Sleeping Cat’ inderdaad net een kat, die we wekken in zijn slaap. Tamura en Kaneko verklanken het perfect, terwijl Fujii een aangename melodie speelt op accordeon. Verderop horen we ook melodieuze patronen van Tamura, terwijl die diepe klanken van Kaneko een sfeervolle omlijsting vormen. Een bijzonder album, mede door die ongewone combinatie van trompet, trombone en accordeon. In ‘Walking Cat’ is hij wakker, hij kijkt eens om zich heen en komt in beweging, haast heeft hij niet. De musici spelen een ietwat slepende melodie, met de accordeon aan de leiding. Vanzelfsprekend is het tempo in ‘Running Cat’ hoger, we horen hem heen en weer schieten, voor ons iedere keer net te snel. In ‘Eating Cat’ valt die prachtige en bijzonder krachtige solo op van Tamura. Katten lachen niet, althans dat is mij nog nooit opgevallen. In die zin klopt ‘Laughing Cat’ dus niet, plezier hebben ze echter wel en dat is hier goed terug te horen, met name in de bijzonder experimentele klanken van Tamura.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: