Rune Grammofon brengt veel jazz uit, maar beperkt zich hier niet toe. Dat blijkt goed uit de drie albums die vandaag centraal staan. Zo maakt Action & Tension & Space op ‘Tellus’ pure krautrock, weten we van Hedvig Mollestad, die ‘Maternity Beat’ opnam met het Trondheim Jazz Orchestra, dat ze eveneens graag een flinke scheut rock bij haar jazz gooit en laat I Like To Sleep op ‘Sleeping Beauty’ horen dat het altijd nog heftiger kan.
Direct in ‘Chromosomes’ laten de vaste leden Øystein Braut (gitaar, orgel, mellotron), Per Steinar Lie (lap steel gitaar en elektrische gitaar), Julius Lind (bas) en Ørjan Haaland (drums), samen met de gastmusici Sigbjørn Apeland (harmonium, Fender Rhodes) en Ståle Liavik Solberg (percussie) horen waar hun ritmegevoel toe leidt: bijzonder strakke muziek, zoals gezegd sterk beïnvloed door krautrock, psychedelische rock en wat er al niet meer populair was een halve eeuw geleden. Ze blazen de traditie nieuw leven in. Met stevigere nummers als dit ‘Chromosomes’ en ‘Trinity and the Holy Ghost’, maar ook met rustigere stukken als het titelnummer ‘Tellus’, waarin het ritme ons op een lome wijze wordt opgediend. En net als bij krautrock is dat ritme allesbepalend en daarbinnen het repetitieve element, het slagwerk in ‘Schweppes and Koskenkorva’ kan daarbij goed als voorbeeld dienen, in de bijna zeven minuten dat dit stuk duurt, verandert hier vrijwel niets aan.
Sinds Mollestad in 2009 door het Molde International Jazz Festival werd uitgeroepen tot talent van het jaar is het hard gegaan met haar carrière. En ‘Maternity Beat’ is in dit licht gezien een nieuw hoogtepunt in haar oeuvre. Voor een bigband componeren en arrangeren is immers niet zo maar iets. Het gaat haar echter goed af, getuige alleen al het tweedelige ‘On the Horizon’ waar het album mee opent. Sfeervolle klanken vergezellen in het eerste deel de zang van Ingebjørg Loe Bjørnstad en Mai Elise Solberg op bijna klassieke wijze. Het verschil met het tweede deel, waarin we Mollestad met een stevig ritmisch patroon horen, is groot. In ‘Do Re Mi Ma Ma’ gaat het tempo weer drastisch naar beneden, bescheiden klanken, omringd door stiltes. Tot die gitaar ineens de stilte aan stukken scheurt, de spanning op prachtige wijze doorbrekend. Wat volgt is een al even briljante als hectische solo, waarin Mollestad de grenzen van de jazz fors overschrijdt. Drummer Torstein Lofthus valt hier op, maar nog meer met zijn stomende slagwerk in het begin van, het overigens verder opvallend melodieuze ‘Donna Ovis Peppa’. Het tempo ligt kortom vrij hoog in dit album, zelfs een nummer als ‘Little Lucid Demons / Alfons’ dat begint als een rustige ballade, krijgt verderop onmiskenbaar meer vaart, terwijl ‘All Flights Cancelled’ pure rock is, met die strakke bijdrage van Mollestad als hoogtepunt. Pas in de laatste twee stukken, ‘Maternity Beat’ en het begin van ‘Maternity Suite’ keert de rust terug, terwijl Mollestad optimaal gebruik maakt van de kwaliteiten van dit boeiende orkest. En dan gaat ze nog één keer los, het orkest op sleeptouw nemend.
I Like To Sleep is een trio, bestaand uit Nicolas Leirtrø, die we op uiteenlopende instrumenten horen als een bariton gitaar, een zessnarige bas Bas en een mellotron. Dat laatste instrument wordt ook bespeeld door Amund Storløkken Åse, die we daarnaast horen op vibrafoon. Het derde lid is drummer Øyvind Leite. Direct in de opening van ‘Daydream’ laten ze horen waar ze toe in staat zijn, dit is meer metal dan jazz. Verderop in dit stuk schakelen ze echter over naar muziek die beter past bij de titel van het stuk, muziek die nota bene wel wat van lounge jazz wegheeft, alleen dan minder saai. Het tekent de veelzijdigheid van deze heren, maar goed, wat wil je van een trio dat zijn inspiratie haalt bij King Crimson, Magma, Tony Williams Lifetime, Miles Davis in de jaren ’70 en de free jazz uit diezelfde periode? Het komt hier allemaal prachtig samen. En dan hebben we die toch wel aparte combinatie van instrumenten, passen gitaar en drums, met dat strakke, repetitieve patroon in Bedrock bij de rock van bovengenoemd King Crimson, Storløkken Åse’s solo op de vibrafoon voegt de jazz toe. In ‘Cuckoo’ is het vooral Leite’s slagwerk dat opvalt, vaak in prachtige samenhang met de vibrafoon en dat gaandeweg steeds verder wint aan dynamiek. Die free-jazz kant, denk aan een album als Peter Brötzmann’s ‘Machine Gun’, komt prachtig tot uiting in het al even disruptieve ‘Broken Record’. Rust krijgen we in de vrij lange slotfase, broeierige klankwolken in ‘Don’t Wake The Sleeping Beauty’. Grote kans dat ze hierbij wel doorslaapt, al maken ze haar aan het eind alsnog wakker, maar wat wil je met dit trio.
Van alle drie de albums is een nummer te beluisteren via Soundcloud: