Na Bart Davenport en Robert Forster, die hier gisteren aan bod kwamen, vandaag aandacht voor nog twee singer-songwriters. De uit ons eigen land afkomstige JP den Tex die op het bij Concerto Records verschenen ‘The Starlight Adventure’ het verhaal vertelt van een door Europa reizend circus en voor de Canadees Julian Taylor die met het in eigen beheer uitgebrachte ‘Beyond the Reservoir’ terugkijkt op zijn tienerjaren. Mooie, afwisselende albums – mede doordat allebei gastmusici inzetten, waarin diverse muzikale stijlen bij elkaar komen.
Den Tex haalde zijn inspiratie uit het verhaal van Jim Molineaux, geboren in Haïti, die als kind wordt geadopteerd door een Amerikaanse operazangeres en opgroeit in New Orleans. Door die opvoeding ontwikkelt hij een atypische voorliefde voor de Europese cultuur, in plaats van voor de omgeving waar hij vandaan komt. Den Tex brengt dit gegeven op ‘The Starlight Adventure’ naar eind jaren ’90 van de vorige eeuw en brengt ons een fascinerende muzikale vertelling over een rondreizend circus- en theatergezelschap, rondtrekkend door een sterk veranderend Europa. Over Molineaux in ‘Stendhal Sonata’: “The black desperado / My wayward amigo / Prefers Rossini / To the Blues”. Alles leuk en aardig, maar dit album maakt duidelijk dat het hart van Den Tex juist bij de blues ligt en niet bij Rosssini. Een andere constante op het album is de negentiende-eeuwse schrijver Marie-Henri Beyle, beter bekend als Stendhal. Bijvoorbeeld in ‘Stendhal Syndrome’ waarin Den Tex, net als Stendhal in 1817, een bezoek brengt aan Florence en daar volledig overrompeld wordt door de kunst.
Van alle musici die Den Tex voor dit album verzamelde is pianist Rob van Donselaar de meest bepalende. De piano is immers het meest aangewezen instrument om die oude Europese cultuur nieuw leven in te blazen. Maar dan wel gecombineerd met die van de Amerikaanse, waarvan New Orleans zo’n mooie representant is. En dat maakt dit album wel tot een bijzondere. De teksten handelen over de hoge kunsten en de westerse beschaving op de top van zijn kunnen, de muziek is echter die van de andere kant van de oceaan, die van folk, blues en country, bij Den Tex kan het allemaal.
Als kind speelde Taylor vaak bij het nabij Toronto gelegen St. Clair Reservoir, vandaar de titel van dit album en de foto op de voor- en achterkant van het album. Een vrolijk album is het niet geworden, Taylors afkomst, hij is half Mohawk en half Caraïbisch, was van grote invloed op zijn leven en bracht hem aardig wat tegenslag. Alleen die ene zin in ‘S.E.E.D.S’ zegt wat dat betreft al genoeg: “They tried to bury us, but they didn’t know we were seeds”. Of in het refrein van ‘It Hurts’: “It hurts so bad / It hurts so much / It makes me sad, yeah it hurts so much / Outliers can’t stand, we need a crutch”. En in ‘Stolen Lands’ waarin hij verwijst naar de anonieme graven van kinderen die bij hun ouders weggehaald werden en in Katholieke instellingen werden opgesloten: “It’s raining, I’m staring outside my window / There’s a tiredness in my bones / I feel helpless and alone / Deep within our mother’s womb – lie the bodies of children in unmarked hidden tombs.” Een indringend album dus, handelend over identiteit, verlies en verdriet, maar ook over hoop en verlossing. Opgehangen aan de vier elementen, vuur, water, lucht en aarde in relatie tot de mens. En toch en dat is bijzonder knap, klinkt het nergens zwaarwichtig en ook zeker niet sentimenteel. Taylor is een prima zanger en gitarist en met een aantal gastmusici heeft hij met dit album een ijzersterk en bevlogen album afgeleverd.
‘Beyond the Reservoir’ is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: