Vandaag twee vocalistes die zich beiden ophouden in het grensgebied tussen folk, singer-songwriter en de betere popmuziek. De Noorse zangeres en pianiste Susanna Karolina Wallumrød kwam hier eerder voorbij met de albums ‘Garden of Earthly Delights’ en ‘Baudelaire & Piano’ en viel toen reeds op door haar eclectische aanpak. Iets dat ook weer terug te horen is op het in eigen beheer uitgebracht ‘Elevation’ Judy Collins blijft wat dat betreft, in het door Cleopatra Records uitgebrachte ‘Spellbound’, dichter bij de traditie. Beiden blinken echter uit in het schrijven en vertolken van prachtige luisterliedjes, ideaal voor deze donkere dagen.
Susanna, zoals ze zichzelf afgekort aanduidt, speelt daarbij ook voor dit album weer leentjebuur bij de beroemde dichter Baudelaire, zichzelf begeleidend op piano en mellotron. Gastrollen zijn weggelegd voor Stina Stjern, die we al direct in ‘Alchemy of Suffering’ het geheel horen stofferen met doeltreffende ruis en Delphine Dora die op ‘Ciel Brouillé een broeierige drone op haar orgel creëert. ‘Rose-Pale Dawn’ en ‘In Shared Ecstasy’ zijn de twee enige stukken waarin geen zang voorkomt, louter vocale klanken en de noise van Stjern. Daarmee een wat vreemde eend in de bijt op dit album vormend, maar wel iets dat goed past bij de muzikale wereld van Suzanna. Stjern en Dora voegen veel toe op dit album. Zo is het titelstuk ‘Elevation’ al mooi vanwege Suzanna’s stem en het bezwerend ritmische pianospel, maar de veldopnames van Dora geven het geheel net even iets meer cachet. Bijzonder zijn ook ‘L’Aube Spirituele’, ‘Alchemie de la Douleur’ en ‘Le Possédé’ waarin Suzanna de gedichten meer voordraagt dan zingt. Een hoogtepunt is ‘Invitation to the Voyage’, kraakheldere zang en dat prachtige, overrompelende pianospel, een nummer om eindeloos te draaien.
Ook Judy Collins laat zich bij de uitvoering van de dertien nummers muzikaal ondersteunen, al zijn wel alle stukken door haar geschreven. Collins, geboren in 1939, bracht in 1961 haar eerste album uit, ‘A Maid Of Constant Sorrow’ en klinkt al die decennia later nog even fris en overtuigend als toen. Het kenmerk van grote artiesten. Ze mag er dan ouder uit zien, die drieëntachtig jaar geef je haar overigens geenszins, aan haar stem hoor je die jaren zeker niet af. Waar je die jaren hooguit in terug hoort, is in haar teksten. Uit opener ‘Spellbound’: “Windy day in Honolulu / Looking out beyond the hills / Memories and times of heartache / Leis of lilies, daffodils.” en in ‘So Alive’: “We were young together once upon a long lost time / Apple trees were blossoming and spring was on my mind / Guitars on MacDougal Street, sandals in the snow / When I fell in love with you I was the last to know.” Ja, hoe ouder je wordt, hoe meer je hebt om op terug te kijken en dat geldt dan helemaal op de leeftijd die Collins nu heeft. Dat dit dan ook gepaard gaat met enige weemoed, wellicht het sterkst in het prachtige ‘When I Was a Girl in Colorado’, behoeft dan ook niet te verbazen. Een album ook, zoals eerder gezegd, dat diep in de Amerikaanse traditie wortelt, die van folk en country, maar dan zonder enige vorm van sentimentaliteit, iets dat zeker het laatste genre nog wel eens kenmerkt. Hoogtepunten zijn verder het net iets vlottere ‘Hell on Wheels’, met Thad Debrock als tweede stem en ‘Prairie Dreams’, een ode aan de oorspronkelijke bewoners van haar land.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop op Bandcamp: