Vandaag Mathias Delplanque, zoals zijn biografie aangeeft geboren in 1973 in Ouagadougou, Burkina Faso. Musicus, componist, schrijver, leraar en wat al niet meer. Hij doemt de laatste tijd bij mij dusdanig veel op dat een portret inmiddels onontkoombaar is. Eén solo album daarom, het bij ici d’ailleurs verschenen ‘Ô seuil’ en drie albums waarin we hem in duo horen: met percussionist Philippe Foch maakte hij ‘Live at GRM’, met alleskunner François Robin ‘L’ombre de la bête’,en met de geomungo bespelende E’Joung-Ju ‘Flow’. Alle drie verschenen bij Parenthèses Records.
Lang zijn de albums over het algemeen niet, daarom vier. Het uit negen delen bestaande ‘Ô seuil’ geeft ons een eerste kijk op de eclectische aanpak van Delplanque, zo horen we elektronica en synthesizers, maar ook de hurdy-gurdy en niet westers slagwerk en ook qua stijl is dit album niet gemakkelijk ergens onder te brengen. Er is zeker de invloed van musique concrète, maar ook van hedendaags gecomponeerd, postrock, filmmuziek en ambient. Maar het is vooral spannend en meeslepend wat hier klinkt, als geen ander weet Delplanque je als luisteraar middels zijn geluidswereld mee te voeren naar onbekende oorden. Mede dankzij die verslavend, tribaal ritmische structuren waar je maar geen genoeg van kunt krijgen, bijvoorbeeld te horen in ‘Seuil 3’, het industrieel aandoende ‘Seuil 5’ en het nog indringender ‘Seuil 6’.
De combinatie Deplanque – Foch kwam met het in 2017 verschenen ‘Secret’ hier al eens eerder aan bod. Ging het daar om opnames uit 2015, dit ‘Live au GRM’ bevat nog geen half uur durende opnames van een jaar later, louter als download verkrijgbaar. De twee laten dingen dus graag even op de plank liggen. Foch werkt ook hier weer met een breed arsenaal aan percussie: tabla’s, gongs, Chinese bekkens, bowls, een Koerdische daf, een bastrommel en een collectie stenen, terwijl Delplanque zorgt voor de elektronische omlijsting. Maar verwacht hier niet direct ritme. In tegendeel, aanvankelijk ontvouwt zich hier een wereld aan onheilspellende geluiden, een enigszins mysterieuze geluidssculptuur. Gaandeweg gaat ritme een rol spelen, maar dan wel op een vrij indirecte, geïmproviseerde wijze. Om het spannend te houden. Soms doet Foch aanzetten tot structuur, maar tot ritmische patronen komt het hier niet. De nadruk blijft liggen op klankkleur. Heel bijzonder is het laatste deel, waarin de twee een duistere, onheilspellende klanknevel creëren, aangevuld met al even spannende interventies, de rillingen lopen je over de rug.
Het instrumentarium van Robin is nog aparter dan dat van Foch, hij bespeelt een Bretonse doedelzak, de veuze, twee soorten fluit, de Armeense doedoek en de Arabische mizmar en tot slot een viool. Dat, in combinatie met de elektronica van Delplanque, staat garant voor een heel bijzondere en onalledaagse geluidswereld. Even oosters als westers en wederom bijzonder ritmisch en meeslepend. Direct al in ‘Sous le cuir’ klinkt het, maar met nog meer contrast in het prachtige ‘Perdu’ waarin traditie en moderniteit elkaar op machtige wijze aanvullen en in het stomende ‘Dans l’ombre’ waarin Robin de klank van de veuze mengt met de elektronica. Zonder meer één van de beste albums van dit jaar, waarin het begrip wereldmuziek een totaal nieuwe invulling krijgt.
KEDA heet het duo dat Delplanque met E’Joung-Ju vormt, hij bespeelt de geomungo, een Koreaans snaarinstrument. ‘Flow’ is het derde album voor Parenthèses en betreft muziek voor een dansvoorstelling van het Zwitserse Compagnie Linga. Een ballet waarbij het gezelschap zich liet inspireren door formaties in de dierenwereld, zwermen vogels en insekten, scholen vissen. De muziek verklankt die bewegingen op hallucinerende wijze. En wederom in een prachtige combinatie van instrumenten, die akoestische geomungo, voor ons natuurlijk een volslagen onbekend instrument en Delplanque’s elektronica. Hallucinerend mooi.
Alle albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: