Het Koninklijk Concertgebouworkest geldt als een belangrijke opdrachtgever voor hedendaagse componisten. Een deel van de opnames vindt zijn weg naar de luisteraars via Cd’s in de ‘Horizon’ serie. Eerder dit jaar verscheen het tiende deel. Dit keer een box met drie SACd’s, omdat het toch om een gedenkwaardig moment gaat. Prachtige stukken, waarbij ik in het kader van een rondje Nederlandse componisten mij daarop focus.
Kijken we daarnaar dan is ‘Softly Bouncing’ van Martijn Padding, uitgevoerd onder leiding van Jaap van Zweden, het stuk dat het eerst aan bod komt. Zoals de titel reeds aangeeft koos Padding voor dit stuk uit 2017 voor verstilde noten en langzame, geleidelijke orkestbewegingen. Er is al genoeg herrie, zo stelt hij. Wat volgt zijn twee stukken van de nog jonge componist Christiaan Richter, zijn debuut bij het orkest ‘Wendingen‘, bij de uitvoering was ik aanwezig en het vervolg daarop: ‘2270’. Het eerste stuk onder leiding van George Benjamin, het tweede onder leiding van Gustavo Gimeno. Dat het orkest tevreden was met ‘Wendingen’ kan ik mij goed voorstellen, het is een stuk waarin de kwaliteiten van het orkest optimaal tot uiting komen. De titel van het tweede stuk is het jaartal waarop Beethoven zijn vijfhonderdste geboortejaar viert en Richter, die het stuk schreef ter gelegenheid van diens tweehonderdenvijftigste geboortejaar, vraagt zich af of we dan nog naar Beethoven luisteren. We zullen het nooit weten, maar het is zeker een mooi eerbetoon.
De tweede schijf bevat werk van louter Nederlandse componisten en opent met ‘Ariadne’ van de in 2019 overleden Theo Verbey, gespeeld onder leiding van Santtu-Matias Rouvali. Als basis diende de Griekse mythe, maar van programmamuziek is echter geen sprake, we moeten dit meer zien als een opstapje, een inspiratiebron. Verbey schiep een bijzonder mooi klanklandschap, zonde dat hij de première, hij schreef het stuk vlak voor zijn dood, niet meer mee kon maken. Over Ariadne gesproken, als een rode draad door deze box lopen de lockdowns en de gevolgen die dit had voor de uitvoeringen. Zo klonk het opdrachtwerk dat Rick van Veldhuizen kreeg en dat hij ‘mail le corps taché d’ombres’ doopte, tijdens een livestream, onder leiding van Fabio Luisi. Iets wat natuurlijk niets afdoet aan de kwaliteiten – het is een prachtig, ietwat weemoedig stuk – maar voor Van Veldhuizen was het niet bepaald wat hij er zich van had voorgesteld. Het zou klinken tijdens een concert van de negende symfonie van Gustav Mahler, wat overigens ook niet doorging, maar wat voor de componist wel de inspiratie vormde.
Ruim twee jaar geleden besprak ik hier ‘De Notenkrakers’ van Loes van Dommering – van Rongen, het boek dat zij schreef over de acties eind jaren ’60, begin jaren ’70, die jonge componisten voerden om het orkest te hervormen. Notulen van één van de bijeenkomsten vormden voor Bram Kortekaas input voor ‘Notenkrakers’ notulen’, dat eveneens via een livestream in première ging. We horen de sopraan Katharina Dain en dirigent Antony Hermus. In datzelfde concert klonk ‘Reflections’ van Celia Swart, een concert voor harp, Remy van Kesteren en orkest. Een wat vreemde, maar wel mooie eend in de bijt is het stemmige ‘Leaves in Autumn’ van Nick Woud, dat wordt uitgevoerd door een strijkkwintet, bestaande uit vijf leden van het orkest.
Toen concerten geven met luisteraars op anderhalve meter afstand de norm werd, kreeg Jacob ten Velduis, JacobTV de opdracht voor een nieuw werk, dat werd ‘Who, What, Where, When, Why?’ Een stuk waarin de componist naar eigen zeggen de verwarring en sprakeloosheid probeert te verklanken. Het orkest geeft samen met François-Xavier Roth prachtig vorm aan dit bijzonder contrastrijke stuk. De laatste componist is Rob Dirksen, tevens contrabassist van het orkest. Met ‘Resilience’ staat hij stil bij de veerkracht die iedereen toonde in deze moeilijke tijd, geen beter stuk om mee af te sluiten. We horen het kamerorkest, onder leiding van Alexei Ogrintchouk.