Via Dirk Serries Cd’s met concertopnames gemaakt tijdens Roadburn en in Oud Klooster, die hier gisteren aan bod kwamen en waarop ook saxofonist Colin Webster te horen is, kom ik automatisch terecht bij de nieuwe cassette ‘Good to be Back in Reality’, verschenen bij A New Wave of Jazz, waarop Webster te horen is met een andere gitarist, Matthew Grigg. En dat leidt weer naar de cassette ‘Fringe’, uitgebracht door Webster’s Raw Tonk, waarop we Grigg horen met Alan Wilkinson op rieten, Dominic Lash op bas en Andrew Cheetham op drums.
‘Soft Atom’, het openingsstuk van ‘Good to be Back in Reality’ maakt direct duidelijk dat we hier met een ander type gitarist van doen hebben dan Serries. Waar die zo ongeveer eindigt als het gaat om experimentele klanken, begint Grigg. Laat dat ‘Soft’ hier overigens maar weg, want wat de twee hier na korte tijd creëren is overdadige noise. En het is dat ik weet dat Grigg gitaar speelt, horen doe ik het niet, het lijkt eerder het geluid van een machine die nodig aan een smeerbeurt toe is. Liefhebbers van een gezellig achtergrondmuziekje kunnen nu dus maar beter afhaken. In ‘Brain Free Circus’ ligt het volume iets lager, iets dat geenszins geldt voor de mate van abstractie. En het verbaast me ook hier weer wat je allemaal kunt met een gitaar en een altsax en hoe prachtig je kunt zondigen tegen de wetten van mooi spel, geniaal. En via de titel ‘Radio Grand Prix’ krijg ik direct de associatie van het aftasten van zenders. De fragmenten van Webster, abstracte noten zonder duidelijke richting en de noise van Grigg, het lijkt het helemaal. Nadat in ‘Special Consume’ het duo de lijn simpelweg doortrekt, komt het begin van ‘Feedback Self Service’ ineens als een aangename verrassing: een doeltreffende klankmist. Waaruit na verloop van tijd weer regelrechte noise opdoemt, ik had het kunnen weten, Webster steekt hier mijn tandarts naar de kroon. Nee, echte rust krijgen we pas in ‘Sweep Mind Clean’, het werd wel eens tijd, mooi bescheiden gesputter klinkt hier. Bijzonder tot slot is de drone in ‘Air Condition’, zeldzaam strak voor dit verder zeer abstracte album.
In ‘Fringe’ is de rol van Grigg beduidend minder groot, met name natuurlijk ook omdat hier sprake is van een kwartet en niet van een duo. Maar de opnames, gemaakt in The Fringe in Bristol klinken reeds in het eerste stuk, van nog geen zes minuten, al net zo onstuimig. En bijzonder hoe de ijselijk hoge noten van Wilkinson en Grigg hier in het tumult naadloos samen vallen. En schitterend getormenteerd klinkt Wilkinson in het begin van het vrij lange tweede deel, mooi geflankeerd door het slagwerk van Cheetham. Rustig blijft het echter geenszins, oeverloos wordt het verderop, de diverse klanken raken in deze stroomversnelling nauw met elkaar verweven. Cheetham en Lash zorgen voor en perfecte bedding terwijl Wilkinson en Grigg het initiatief naar zich toe trekken. En halverwege gaat het tempo wat naar beneden, maar loopt de spanning juist op, hier wordt gemusiceerd op het scherpst van de snede.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: