Vandaag drie recente albums waarop we gitarist Dirk Serries horen in de rol van improvisator. Ik begin met de oudste opnames, die van oktober 2021 en tegelijkertijd de meest recente Cd: ‘Dandellion’. We horen Serries hier in het gezelschap van klarinettist Tom Jackson en percussionist Kris Vanderstraeten. Aansluitend schakel ik door naar maart 2022. Serries maakte toen duo opnames met Anton Mobin – werkend met zijn ‘prepared chamber’, mede gitarist Quentin Stokart en cellist Guilherme Rodrigues. De eerste twee opnames belandden op het bij A New Wave of Jazz ‘Stochastic Regions’, waar ook ‘Dandellion’ verscheen. Het derde album kwam uit bij Creative Sources Recordings onder de titel ‘The Sage Flower’.
Serries en Vanderstraeten stonden begin deze zomer in de PlusEtage, alleen toen met celliste Lucija Gregov. In gedachten zie ik Vanderstraeten weer zitten en denk ik terug aan wat ik toen schreef: “Vanderstraeten is …een verzamelaar van allerlei attributen waar je geluid mee kunt maken, letterlijk een koffer vol. Een handvol kleine trommeltjes dient daarbij vaker als ondergrond dan als instrumenten om zelf te bespelen”. Ik herken de vaak wat ongewone en soms vreemde geluiden hier dan ook direct. Geluiden die ook nu weer een prachtig decor vormen voor de invallen van Jackson en Serries. Overigens vaak meesterlijke invallen, zoals de prachtig zangerige partij van Jackson in ‘Violet Blue’, waarin we hem moeiteloos het complete register van zijn instrument horen bespelen, overigens wel met een voorkeur voor het hoog. En verderop horen we hem in een prachtig ingetogen duet met Vanderstraeten. Bijzonder is ook het begin van ‘Bright Yellow’ en de schermutselingen van Serries en Vanderstraeten.
De cassette ‘Stochastic Regions’ bevat zoals gezegd twee duetten. Op kant A horen we Serries met Mobin, op kant B met Stokart. Mobin werkt vrijwel altijd met zijn ‘prepared chamber’, een houten kistje met percussie en elektronica en dus ook hier, terwijl we Serries op een archtop gitaar horen. Het is een bijzondere combinatie die we in deze negen, vrij korte stukken horen, waarbij de klanken vaak opvallend goed met elkaar samenvallen. In het duet met Stokart is voor mij, ik speel geen gitaar, al helemaal niet meer te onderscheiden wie nu precies welk geluid maakt, een boeiend en over het algemeen vrij abstract snarenspel ontvouwen de twee gitaristen hier, vol onverwachte wendingen en muzikale vergezichten. Het gaat er soms heftig aan toe, terwijl we op andere momenten getrakteerd worden op bijzonder fragiele klanken, in ‘2.4’ overigens binnen één stuk.
Een paar dagen later zat Serries met de Portugese cellist Rodrigues in de studio voor de opnames van ‘The Sage Flower’. Een prachtige en op sommige momenten bijzonder heftige set. Neem bijvoorbeeld het onstuimige ‘Punctuation Marks’, waarin we Serries en Rodrigues krachtige klanksalvo’s horen afvuren, waarbij we de indruk krijgen meer te horen dan een archtop gitaar en een cello, iets dat geenszins het geval is. Op andere momenten schurken we aan tegen de stilte, klinken als in ‘Bloom’ louter wat losse aanslagen die alle tijd krijgen om in de ruimte op te lossen. Over het algemeen spelen ritme en melodie in dit soort muziek een vrij kleine rol, in ‘Dandellion’ en ‘Stochastic Regions’ heb ik deze dan ook niet gehoord, maar het begin van ‘The Woody Stems’ vormt één van de uitzonderingen, zowel ritme als melodie klinken hier, al is het wel van korte duur, in het verdere verloop zoeken de twee weer de abstractie en is structuur ver te zoeken. Ook in het vrij korte ‘A Palm’ klikt een structuur die we voorzichtig als melodie kunnen definiëren. In ‘Landing II’ rijzen de klanken op boeiende wijze op uit de stilte, we horen duidelijk Serries, in de weer met zijn e-bow, terwijl Rodrigues op de achtergrond een mooi patroon op zijn cello ten gehore brengt.
Alle albums zijn te beluisteren op Bandcamp en daar ook te koop: