Gisteren kwam hier bassist Petter Eldh voorbij, als lid van de Gard Nilssen Acoustic Unit, maar ook naar aanleiding van zijn concert met Christian Lillinger, dat tijdens het FAQ Festival dit weekend plaatsvond. Hij is echter ook te horen op het eveneens bij ECM Records verschenen ‘Vemillion’, samen met pianist Kit Downes en drummer James Maddren. Van Downes ligt er hier echter nog meer. Met bassist John Edwards en drummer Andrew Lisle maakte hij voor Raw Tonk ‘Multi-Directional’ en met celliste Lucy Railton creëerde hij voor SN Variations ‘Subaerial’.
Bevatte ‘Elastic Wave’, het album van Gard Nilssen vooral composities van Nilssen en Rolingheten, dit ‘Vermillion’ bestaat vooral uit stukken van Eldh en Downes. En van die eerste horen we ook weer een andere kant, want speelt in ‘Elastic Wave’ ritme een grote rol, dat is op ‘Vermillion’ veel minder het geval. Sterker nog, als we kijken naar de drie eerste stukken, alle drie van Downes, dan bemerken we dat ze ook qua melodie weinig houvast bieden. Het zijn diepgravende abstracties die we hier horen, waarbij alle drie de instrumenten een ongeveer even belangrijke plaats innemen. En toch weet Downes – en ‘Seceda’ is hier wellicht het mooiste voorbeeld van – je wel te raken. ‘Plus Puls’ heet het vierde stuk, niet toevallig een compositie van Eldh. “Laten we er nu maar eens wat ritme aan toevoegen”, lijkt hij te denken. En direct stroomt het. Het tweede deel van het album is met vier stukken van Eldh, ‘Sandlands’, ‘Waders’, ‘Clash Fails’ en ‘Math Amager’ dan ook anders van karakter. En zeker zo bijzonder is de enige cover op dit album, Jimi Hendrix’ ‘Castles Made of Sand’.
Wie het werk van Edwards en Lisle kent, weet dat ‘Multi-Directional’ qua mate van abstractie nog een stap verder gaat. En waar ‘Vermillion’ composities bevat, hoor je dat hier, het betreft de opnames van een concert in het Londense Café Oto, van harte wordt geïmproviseerd. Maar voor wie gaat voor de schoonheid van klank, valt hier bijzonder veel te genieten. Zo maakt het eerste deel van ‘Vehemence’ prachtig duidelijk waar
Edwards zijn faam aan te danken heeft, het klankspectrum dat hij hier uit zijn contrabas tovert is ongekend. Maar ook Lisle laat zich hier met bijzonder krachtig spel horen, culminerend in een prachtige solo. Downes eist zijn plek op met abstracte clusters, de hegemonie van het ritme tandem vlot doorbrekend. In het tweede deel van ‘Vehemence’ gaat het er al even onstuimig aan toe en andermaal horen we hier goed terug dat we met een nogal a-typisch pianotrio van doen hebben. ‘Ardency’ heeft aanvankelijk een veel rustiger karakter, waarbij vooral de bijdrage van Edwards, spelend met zijn strijkstok, opvalt, tot ook hier de spanning gaandeweg oploopt.
Railton en Downes werken al zo’n dertien jaar op regelmatige basis samen, nadat ze elkaar tijdens hun studie in Londen ontmoetten. Het is te horen aan ‘Subaerial’, waarvoor het duo de Skáholt kathedraal in het zuidwesten van IJsland boekte. Downes nam daar plaats achter het orgel, Railton achter haar cello. Ze speelden en improviseerden zo’n drie uur, muziek die uiteindelijk resulteerde in dit uit zeven episodes bestaande werk, waarin zich een werkelijk schitterend, maar bijzonder abstract klanklandschap ontvouwt. Muziek ook die regelmatig balanceert op de grens van geluid en stilte, zoals bijvoorbeeld mooi duidelijk wordt in ‘Folding In’. Een album ook waarin improvisatie en hedendaags gecomponeerde muziek elkaar ontmoeten, waarmee we dus tevens een compleet ander aspect van Downes’ musiceren horen.
‘Multi-Directional’ en ‘Subaerial’ zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: