Na musicus en componist Fredrik Rasten, die onlangs in een tweedelig portret hier aan bod kwam, ook de komende dagen nog een aantal musici die ook componeren, of componisten die ook uitvoeren. Net zo u wilt. Een bijzonder exemplaar van deze diersoort is gitarist en alleskunner Frank Crijns. Hedendaags gecomponeerd, vrije improvisatie, punk, hardrock, het maakt hem allemaal niets uit. Overal drukt hij zijn stempel op. Op zijn nieuwe, in eigen beheer verschenen album ‘Altered Circuit[s]’ horen we hem in een tweetal gestructureerde improvisaties.
Twee delen bevat dit ‘Altered Circuit[s]’, ieder weer uiteenvallend in zes subdelen. En al horen we Crijns hier alleen, het zijn stukken voor twee, drie en vier gitaren. Gemakkelijke muziek is het niet, je moet geen problemen hebben met vreemde klanken, de nodige dissonanten, abrupte stijlovergangen en andere ontsporingen. Maar voor hen die houden van afwisseling, is dit album zonder meer aan het goede adres. Want ook nu tovert Crijns weer een bonte diversiteit aan muzikale werelden te voorschijn. Zo begint het eerste deel met ‘Thgindim Dnuor’, een spannende, duistere geluidssculptuur vol creatieve vervormingen. Direct daarna schakelt hij over op ‘Luni Garden’ waarin op regelmatige basis ongestructureerde klanken, mooie bijna klassieke patronen doorkruisen. En tussendoor voert Crijns ook nog eens het tempo op. ‘Where In’ is dan weer bijna klassiek, mooi ingetogen en vrij abstract, al loopt hier verderop ook het tempo op. Bijzonder is ook het afsluitende subdeel ‘Red Dessert’ en het gebruik dat Crijns hier maakt van stiltes.
Het tweede deel begint met het disruptieve ‘Strikes’, waarin Crijns het geluid van meerdere gitaren, spelend in diverse stijlen, prachtig met elkaar vermengt. Het loopt over in het wat vreemde ‘That’s Strong’, Crijns’ creativiteit kent hier eigenlijk geen grenzen en de invloed van zijn meer heftiger projecten is hier goed hoorbaar. Het lijkt soms wel een muzikale flipperkast. In ´P.S.´ klinkt een meer ingetogen klankwereld, althans voor wat betreft de gitaar die hij als begeleidend instrument gebruikt, de solo die hij speelt is een stuk onstuimiger. Mooi is ook het heerlijk ritmische ‘Gnos’, boeiend ook om te horen hoe Crijns hier die verschillende gitaren met elkaar samen brengt tot één geheel. Het afsluitende ‘Anti-Pode’ is dan weer een stuk vreemder, Crijns maakt hier effectief gebruik van alle vervormingen die je met pedalen kunt realiseren, een bijna meditatieve trip.
Het album is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: