Seneca Village werd in 1825 gesticht door bevrijde Afro-Amerikanen. In 1857 werd het gesloopt voor de aanleg van Central Park, het hart van het New Yorkse Manhattan. Maar met die achtergrond vormde het een prima plek voor de plannen van Jimmy Katz, de man achter Giant Step Arts. De doelstelling: “Our goal is to present unique premiere live performances featuring some of modern jazz’s most innovative artists, all recorded for independent release and documented both photographically and on film.” En Cd’s. Een paar maanden geleden verschenen opnames van concerten uit de lente van 2021, gegeven door het Burton / McPherson trio en trompettist Jason Palmer.
‘The Summit Rock Session at Seneca Village’ doopten tenorsaxofonist Abraham Burton en drummer Eric McPherson hun album, bassist Dezron Douglas maakt er een trio van. Burton gaat direct in ‘Flower’ meer dan stomend van start. Dit is jazz van de hoogste orde, zo wordt direct duidelijk. Verderop zijn het McPherson en Douglas die weten te overtuigen met een al even stomende groove. En dan die drumsolo waar ‘Curious’ mee opent en die saxsolo verderop. Een sessie, die al zijn we nog maar net begonnen, staat als een huis. Douglas opent met broeierig spannende klanken ‘Low Bridge’, waarna al weer snel Burton volgt met wederom een prachtige solo, terwijl het ritme tandem ons genadeloos meesleurt. De stijl van Burton doet mij overigens wel wat aan die van David Murray denken, ook hij bereikt hier het perfecte evenwicht tussen lyriek en tumult. Beiden spelen in op je emoties, zonder dat het kitsch wordt, daar is de toon net even iets te ongepolijst voor. Na drie stukken waarin je het gevoel krijgt alsof je door de duivel achterna wordt gezeten, is het tijd voor introspectie, het krijgt prachtig gestalte middels ‘If You Could See Me Now’. Vanzelfsprekend is de rust van korte duur, zo leert ons ‘Dance Little Mandisa’ en de twee nummers die daar nog op volgen, alleen al die baspartij in ‘Seneca Bues’!
Of het om een oproep gaat zo begint Jason Palmer ‘Falling In’, een bijna plechtige solo. Dan valt drummer Johnathan Blake bij met rake slagen, het vuur nog verder opstokend. Dan komen tenorsaxofonist Mark Turner en bassist Edward Perez erbij, musici waar hij ook mee te horen was op ‘The Concert: 12 Musings for Isabella’ dat hier eerder voorbij kwam. De plek waar dit optreden plaats vond, zal er zeker aan hebben bijgedragen dat het er hier al net zo vurig aan toe gaat, als op het album van het Burton / McPherson. Palmer en Turner wisselen elkaar hier mooi af met krachtige solo’s, terwijl Blake en Perez zorgen voor een aanstekelijke groove. Blake horen we uitgebreider in een vrij lange en warmbloedig ritmische solo in ‘Landscape with an Obelisk (Flinck)’, waar verderop Perez zich bijvoegt. En dan horen we tot slot Palmer en Turner in opperste harmonie en is het kwartet weer op volle sterkte. Bijzonder aan Palmer is die prachtige heldere klank en dat lyrische spel, al veroorlooft hij zich her en der ook wat rafelrandjes. Turner doet zeker niet voor hem onder, maar het is toch Palmer die dit optreden draagt. En wellicht nog wel het mooist in het verhoudingsgewijs ingetogen ‘Kalispel Bay’ waarin we hem horen meanderen op het lome ritme. Al is die solo van Perez hier ook zeker op zijn plaats. Nog mooier wordt het in ‘Self Portrait (Rembrandt)’ hier zingt de bas op schitterende wijze. En Perez blijft in de lead, verderop ondersteund door Blake, wat een groove! Als laatste is er ‘Program for an Artistic Soiree (Degas)’, meer van hetzelfde, maar daar kan ik in dit geval geen bezwaar tegen hebben.
Van is er één stuk via Soundcloud te beluisteren:
Het album van Jason Palmer is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: