Een actief man, rietblazer en componist Josh Sinton. Vorig jaar lanceerde hij ‘b.’ met eigen solocomposities voor baritonsax, dit jaar voegde hij er ‘Steve Lacy’s Book of Practioners, Volume 1 “H” aan toe, met eveneens solostukken voor baritonsax. Daarnaast verscheen onlangs ‘Adumbrations’ en staat ‘4 Freedoms’ op verschijnen. Vandaag daarom aandacht voor de twee solo albums en morgen voor ‘Adumbrations’ en ‘4 Freedoms’ Alle vier de albums verschenen op zijn eigen ‘Form is Possibility Recordings.
Ik schreef het hier al eens eerder, als saxofonist moet je meer kunnen dan alleen goed kunnen spelen om een solo album met eigen composities op te nemen. Dat Sinton dan ook tot vorig jaar wachtte om ‘b.’ op te nemen, hoeft dan ook niet te verwonderen. Maar het resultaat mag er zijn, negen swingende stukkende waarin Sinton de grenzen van zijn instrument aftast. En wat voor instrument, want de baritonsax is nu niet bepaald de meest bespeelde sax. Maar Sinton heeft iets met dit gevaarte: “The baritone saxophone has always struck me as the most self-sufficient of all the saxophones. It has the kind of timbral palette that is so complete that I often don’t need to hear anything next to it.”
Het leverde een prachtig album op, met stuk voor stuk boeiende stukken, met name door die prachtige, vaak wat grillig duistere klank van dit instrument. Bijzonder zijn bijvoorbeeld die knarsende patronen in ‘b.1.III’ en de meer ingetogen bewegingen in ‘b.1.IV’, waarin Sinton de klanken de vrije ruimte biedt. Met ‘b.2.I’ slaat Sinton een andere weg in. We horen hem hier bijna alleen maar ademen in zijn baritonsax, vrijwel onhoorbaar verkerend op de grens van geluid en stilte, iets dat hij doorzet in ´b.2.III´, ´b.2.IV´ en ´b.2.V´ Steeds verder breidt hij het geluidsscala uit, overtuigend werken met stiltes. ´b.2.II´ is de grote uitzondering. Hier schreeuwt Sinton door zijn instrument, laat hem onheilspellend janken.
Sinton studeerde in 2002 bij Steve Lacy aan het New Engeland Conservatory en raakt toen reeds bekend met diens ´Book of Practioners´ dat Lacy schreef voor eigen gebruik. Echter, Lacy speelde geen baritonsax. Toen Sinton aan ´Hustles´ begon, kwam hij er dan ook niet direct uit. Sinton “I asked him if I could transpose ‘Hustles,’ if the repetition of each section should be literal, how I should approach the improvised section of the piece and so on. Most of his replies were friendly but terse. What I do remember him saying is that he didn’t think it’d be possible to play it on the baritone saxophone. After I finished playing it he just sat there rubbing his chin and said, ‘Well, I guess you can play it on the baritone…”. Twintig jaar later was het zover en nam Sinton het eerste deel op met deze composities. Opvallend in dit album, in vergelijking met ‘b.’ is de rol die melodieën hier spelen. Direct in ‘Hubris (for Babs Gonzalez) ontvouwt Lacy een prachtig swingend patroon. Op andere plaatsen is het vooral het ritme dat opvalt, bijvoorbeeld in de repetitieve stukken ‘Hurtles (to Karl Wallenda)’ en ‘Hocus-Pocus (to Harry Houdini), dat mij overigens behoorlijk lastige stukken lijken. Opvallend is ook dat hierboven genoemde ‘Hustles (to Niccolo Paganini)’ en dan met name vanwege de bijzondere klankwereld.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: