De Toonzaal / Grote Kerk, ‘s-Hertogenbosch (November Music) – 5 november 2015
De Duitse componist Helmut Lachenmann wordt over twee weken 80 jaar en dat wordt in heel Europa grootst gevierd, onder andere met de uitvoering van alle orkestwerken die Lachenmann heeft geschreven. November Music is reeds vroegtijdig bij dit initiatief aangehaakt en heeft het op zich genomen om een uitvoering van ‘Accanto’ voor klarinet, tape en orkest te organiseren. Tevens slaagde men erin om Lachenmann zelf naar Nederland te halen.
Dit alles maakte het tot een bijzondere dag voor de componist, de uitvoerende musici en voor het publiek van een volledig uitverkochte Toonzaal. Op zich al een belangrijk wapenfeit. De muziek van Lachenmann, die overigens vrijwel niet wordt uitgevoerd in Nederland, geldt over het algemeen als nogal moeilijk.
Lachenmann wordt geboren in 1935 en ontdekt in 1957 het werk van Luigi Nono waarna hij de allereerste privéstudent van deze componist wordt. Later gaat hij samenwerken met Karlheinz Stockhausen en verbindt hij zich aan de IPEM Studio in Gent. Muzikaal wordt zijn muziek wel omschreven als musique concrète instrumentale, wat zo veel betekent als dat hij alle mogelijkheden gebruikt om tot een muzikale expressie te komen. In tegenstelling tot de echte Musique Concrète, waar alledaagse geluiden tot muziek worden verheven, gebruikt Lachenmann instrumenten op een onalledaagse manier. Waarbij er echter wel op zeer exacte wijze wordt gecomponeerd. Het gaat tenslotte om gecomponeerde muziek en Lachenmann laat dan ook niets aan het toeval over. Maar die muziek is niet bepaald toegankelijk te noemen, althans als je de traditionele normen hanteert. Er is namelijk vrijwel geen sprake van harmonie en melodie, wel regelmatig van ritme maar dan op totaal andere wijze dan we gewend zijn. Wat dat betreft heeft de muziek van Lachenmann wel iets weg van abstracte kunst.
Beluister hier Lachenmann zelf over ‘Grido’, zijn derde strijkwartet:
Zijn manier van componeren is wellicht wel het beste uit te leggen door het begrip collage te gebruiken. Net als dat een collage bestaat uit knipsels die op onverwachte wijze in een nieuwe constellatie worden samengevoegd – wat vaak een vervreemdend effect oplevert, bestaan de composities van Lachenmann uit klankstructuren die op onverwachte wijze worden samengevoegd tot een nieuw geheel. En ook hier maakt, zeker op het eerste gehoor, die nieuwe constellatie een vrij willekeurige indruk. Schijn bedriegt echter. Eenmaal gewend aan het werk van Lachenmann ontdek je dat de samenhang er wel degelijk is. Daarvoor moet de luisteraar echter wel alles loslaten wat hij kent aan muzikale structuren en bereid zijn zich volledig te laten verrassen. Dat niet iedereen dit lukt, is evident.
Mooi aan zo’n dag, waarin zeven composities van de meester worden gespeeld, is natuurlijk dat je een goed beeld krijgt van Lachenmann’s werk. En ondanks dat alle stukken duidelijk het Lachenmann stempel dragen, de man is opmerkelijk consistent in zijn werk, zijn er ook verschillen. Zo hebben ‘Salut für Caudwell’ voor twee gitaristen, hier fantastisch vertolkt door Aart Strootman en Seth Josel en het derde strijkkwartet ‘Grido’ dat gespeeld wordt door het Diotima Quartet beiden een vrij ritmische structuur.
Bij het andere meesterwerk van Lachenmann ‘Allegro Sostenuto’ is dat veel minder het geval. Vooral door het ontbreken van alle structuren die wij gewoon vinden, vraagt dit werk ongelofelijk veel van de uitvoerende musici. Reeds tijdens het concert in De Link, eerder deze week, blijkt echter dat klarinettiste Fie Schouten, celliste Eva van de Poll en pianiste Keiko Shichijo er uitstekend raad mee weten. Ook Lachenmann blijkt na de uitvoering meer dan enthousiast over hun interpretatie en is duidelijk opgetogen.
De twee stukken voor pianosolo die Lachenmann zelf speelt ‘Ein Kinderspiel’ en ‘Wiegenmusik’ vormen een ander hoogtepunt van de dag. Vooral in ‘Ein Kinderspiel’, een zeer ritmisch stuk, gebaseerd op kinderliedjes overtuigt de meester en dan niet in de laatste plaats door zijn eigen spel. De uitvoering ‘s-avonds van ‘Accanto’ is eveneens van hoge kwaliteit. Het mag een ware prestatie van de Phiharmonie Zuidnederland worden genoemd. Onder leiding van dirigent Bas Wiegers vreten zij zich een weg door de ongelofelijk lastige partituur. De hoofdrol is echter voor klarinettiste Nina Janssen-Deinzer, die geheel in stijl van Lachenmann zowat alles doet met haar klarinet behalve er gewoon op blazen! En als er wel wordt geblazen is het meestal zonder mondstuk. Glansrijk slaat zij zich erdoor heen en wordt, terecht met een grandioos applaus beloond.
Naast Lachenmann stonden er drie composities op het programma van componisten die zich hebben laten inspireren door Lachenmann. Het stuk van Yannis Kyriakides ‘Der Komponist’, eveneens uitgevoerd door de Philharmonie Zuidnederland springt er uit. In dit stuk, voor orkest en electronica, brengt Kyriakides een ode aan Lachenmaan door een citaat van de componist op minutieuze wijze te ontleden en te gebruiken als klankmateriaal: “Der Komponist finde ich, hat nicht was zu sagen. Der Komponist hat etwas zu machen und das was er macht wird viel mehr sagen als was er sagen könnte…sollte auch ihm selbst was sagen…” Kyriakides zelf over dit stuk: “Je hoort de zinsnede op normaal tempo maar ook vertraagd in de tijd uitgesmeerd over de hele twintig minuten van het stuk, waarbij ik spectrale en granulaire algoritmes toepas. De klankwereld van het stuk vindt plaats binnen de microscopische fijnmazige structuur van Lachenmann’s stem.” Het levert een zeer origineel eerbetoon op waarbij Kyriakides zeker elementen uit Lachenmann’s idioom gebruikt maar deze toevoegt aan zijn eigen klankuniversum. En de manier waarop hij het gesproken woord vermengt, soms zelfs vervormt tot een soort van drone is meesterlijk en levert menig spannend moment.