Duisburger Philharmoniker – Vergessene Opfer (Concert Recensie)

Jahrhunderthalle, Bochum (Ruhrtriennale) – 11 september 2022

Duisburger Philharmoniker tijdens het concert. Foto’s: Thomas Berns

Afgelopen zondag was het inmiddels eenentwintig jaar geleden dat we de ongelofelijke beelden zagen van twee vliegtuigen die zich de Twin Towers in boorden. Het programma dat de Duisburger Philharmoniker tijdens deze Ruhrtriennale bracht onder de titel ‘Vergessene Opfer’ – zonder overigens in het programma aan die gebeurtenis van twee decennia terug te refereren – was dan ook een bijzonder toepasselijke. Met de hulp van Olivier Messiaen, Galina Oestvolskaja, Luigi Nono en Franz Liszt schotelde dit orkest ons, onder leiding van Elena Schwarz, een uniek programma voor.

Uniek, met name door de twee stukken van Oestvolskaja. De symfonieën één en drie worden zelden gespeeld. Begin deze eeuw werden ze uitgebracht op Cd door het Ural Philharmonic Orchestra, onder leiding van Dmitry Liss, maar die cd’s zijn al lang niet meer te krijgen. Verder staat er nog een opname van de eerste op YouTube en zijn er hier diverse van de derde te beluisteren. Waar die geringe populariteit aan te wijten is, is mij een raadsel. Het zijn namelijk allebei prachtige stukken, al wint de derde het van de eerste. Iets dat alles te maken heeft met de bijna dertig jaar tussen de beide stukken, de eerste symfonie stamt uit 1955, de tweede uit 1983. Allereerst valt in die derde de bijzondere bezetting op: blazers, waaronder veel koper, een piano, slagwerk, zes contrabassen en een ‘mannenstem’, hier Alexander Vassilev. Die laatste draagt een tekst voor van de middeleeuwse monnik, musicus en geleerde Hermannus Contractus waarin de verlosser wordt aangeroepen. Het is een typisch stuk voor Oestvolskaja: Een sterk hermetische structuur, grootse spanningsbogen, met vaak dwingend repetitieve muziek – zoals in die slagwerkfrase – en niets ontziend heftig. Kortom, ook dit is weer zo’n stuk dat je niet onberoerd laat. In die eerste is dat veel minder het geval, al weet de componiste de luisteraar hier ook zeker wel te raken. Met name in het tweede deel waarin twee meisjes, Elise Klisow en Anna Mamutscharaschwili, beiden lid van de Akademie für chor und Musiktheater Düsseldorf, teksten zingen / voordragen van de Italiaanse schrijfster Gianni Rodari, handelend over ongelijkheid, als kenmerk van het kapitalistische systeem.

Elise Klisow en Anna Mamutscharaschwili tijdens de uitvoering van Symfonie nr. 3 van Oestvolskaja.

Die twee aspecten van het offer, verlichting en pijn komen nog duidelijker naar voren in ‘Les Offrandes Oubliées’ van Olivier Messiaen. In het eerste en derde deel klinkt de verlichting, verklankt middels diep invoelende, introspectieve klanken, hier prachtig vertolkt door Schwarz. In het middendeel klinkt de pijn, middels een zinderende uitbarsting aan klanken, waarin we het orkest alles op alles horen zetten. Liszt brengt die pijn tot uiting aan het einde van ‘Von der Wege bis zum Grabe’. Daarvoor zit vooral prachtig verklankte serene melancholie. Schitterend hoe Liszt hier, vaak alleen maar werkend met violen en altviolen zijn klanklandschap vormgeeft.

Elena Schwarz

Gebruik het woord ‘offer’ en we denken aan religie. Dat gold voor Liszt en Messiaen en dat gold ook, zeker in die derde symfonie, voor Oestvolskaja. Maar het gold niet voor de communist Luigi Nono. Voor zijn ‘Composizione per Orchestra nr. 1′ koos hij niet Christus, maar Julius Fučík als protagonist. Fučík was een Tsjechische verzetsstrijder die in 1943 door de nazi’s gevangen werd genomen, gefolterd en tenslotte geëxecuteerd. Nono schreef oorspronkelijk een stuk voor orkest en twee spreekstemmen, kortweg ‘Fučík’ genaamd, maar bewerkte het in 1951 tot het vierdelige ‘Composizione per Orchestra nr. 1’. Een belangrijke rol in dit zeer afwisselende en boeiende stuk is weggelegd voor de tien (!) percussionisten. Maar zeker zo bijzonder is het begin, waarin Nono met fonkelend hoge klanken, afkomstig van het slagwerk, de harp en de celesta, zijn klanklandschap langzaam uitbouwt. Middels de contrabassen zorgt hij aansluitend voor het contrast, waarna de strijkers de sfeer erin brengen.