Het sinds 2016 bestaande Thanatosis Produktion is zonder meer een interessant label als het gaat over experimentele en geïmproviseerde muziek. Geen wonder, de man achter het label is pianist Alex Zethson, die met zo ongeveer iedereen in de Scandinavische impro-scene samenwerkt. We komen hem dan ook tegen op ‘Arch of Motion’ van Linnéa Talp, samen met onder andere Martin Küchen – die hier gisteren centraal stond en van wie het bij dit label verschenen ‘Utopia’ bespraken – en op het vrij nieuwe ‘Residy’, waarop we Zethson solo horen. Een ander bijzonder interessant recent album is ‘BJÖRNHORN’ van bassist Johan Berthling.
De basis voor ‘Arch of Motion’ ligt in orgelopnames die Talp maakte in diverse Zweedse kerken. Over de achtergrond zegt ze: “I’ve been trying to work with my body, my breath and my listening. I wanted to integrate a sense of slow and simple movement into the music—push/release, forward/backward, inhale/exhale—everything centered around being present, translated into sounding.” Aanvullende opnames vonden plaats op andere locaties, door musici als basklarinettist Christer Bothén, vorig weekend net als Küchen nog te horen tijdens Summer Bummer, trombonist Mats Äleklint, gitarist Mandus Almqvist Johansson, vocaliste Mariam Wallentin en natuurlijk Zethson zelf. De kern bij Talp is de drone: “to be in a tone or a chord for a long time enables subtle details to appear and to expand, which is so fascinating”, verklaart ze en ja, zoals ze zelf verderop opmerkt is het orgel daar bijzonder geschikt voor. Des te opvallender is het dat dit album uit maar liefst acht stukken bestaat, waarvan de langste maar net iets langer is dan vijf minuten. Al weet Talp, samen met haar mede-musici in ieder stuk wel weer een bijzonder coherente klankwereld op te roepen.
Drones vinden we ook op ‘Residy’, waarbij Zethson niet alleen de piano bespeelt, maar waarop we hem ook in de weer horen met synthesizers en een e-bow. Overigens kiest Zethson wel voor langere stukken, slechts twee en bovendien voor minder variatie. De inspiratie haalde hij bij de eenentwintigste Goldberg variatie van Johann Sebastian Bach. Over zijn werkwijze zegt hij: “I built chords based on selected notes from each bar of the piece, but kept the essential structure and retained the note order. The notes and intervals comprising these chords were then dispersed across three sound sources – two synths and a E-bowed grand piano – and the transitions from chord to chord were worked out”. In het verlengde hiervan valt het inderdaad op dat we Zethson zelden een toets horen aanslaan. Maar zeker een boeiend en vooral bijzonder subtiel album, dat het vraagt om aandachtig te beluisteren.
De muziek op ‘BJÖRNHORN’ heeft zeker ook een repetitief karakter, maar kent wel veel meer variatie dan de overige twee albums. Zo vallen reeds in het eerste van de zes delen, waar deze ‘suite’ uit bestaat, de sterk ritmische patronen op, patronen waarin Berthling ook duidelijk naar de folk verwijst. Dat doet hij ook in het tweede, veel intiemere stuk. En gebruikt hij in het eerste stuk de strijkstok, hier speelt hij pizzicato. Bijzonder is ook het lome, vrij duistere ritme, hier horen we Berthling wederom met de strijkstok, in het derde en vierde deel. Na het bijzonder ingetogen vijfde deel klinkt tot slot het jagende zesde, waar Berthling andermaal met zijn strijkstok het tempo opvoert. Tussen de delen één tot drie en vier tot zes zit het innemende en opvallend subtiele ‘For Turiya’, dat verder afwijkt doordat hier niet de nadruk ligt op ritme, maar op melodie.
‘Arch of Motion’ en ‘BJÖRNHORN’ zijn te beluisteren via Bandcamp. Alle albums zijn daar ook te koop.