Als er één strijkkwartet niet mag ontbreken in een serie over hedendaagse strijkkwartetten dan is het wel Quatuor Bozzini. Dit Canadese kwartet wijdt zich al decennia aan louter hedendaagse muziek en heeft reeds een groot aantal werken, vaak speciaal voor hen geschreven, in première gebracht. Eerder dit jaar verschenen albums met stukken van Tom Johnson, ‘Combinations’ en Michael Oesterle, ‘Quatuors’ op hun eigen label, als download te verkrijgen.
Tom Johnson hoort bij de belangrijkste componisten van de Amerikaanse minimal music, ook al is hij minder bekend geworden dan Phililp Glass, Steve Reich en Terry Riley, zijn muziek is er niet minder boeiend door. Muziek ook die het uiterste vraagt van een strijkkwartet. De repetitieve figuren die Johnson direct in het kwartet waar het album zijn titel aan ontleent, ‘Combinations’ gebruikt, vragen om een perfecte instrumentbeheersing en een optimaal gevoel voor timing. In het eerste deel in een vrij hoog ritmisch tempo, in het tweede, het vierde en vijfde deel in een veel tragere samenhang, maar in het derde in een tempo dat veel weg heeft van een dans. Prachtig hoe Johnson hier samenhang creëert tussen de vier strijkers. ‘Tilework for String Quartet’ heeft slechts één deel, speels maakt Johnson hier gebruik van de toonladder. Opvallend is het uit vijftien delen bestaande ‘Four-Note Chords in Four Voices’, een opvallend ingetogen stuk. Tot slot klinkt het uit acht delen bestaande ‘Formulas for String Quartet’, waarin Johnson wederom werkt met een serie bijzondere patronen. Sommige daarvan zijn zeer fragiel, zoals de eerste twee, andere zoals bijvoorbeeld de vijfde, zijn opwindend ritmisch.
De samenwerking tussen Quatuor Bozzini en Oesterle duurt al zo’n vijfentwintig jaar. Op ‘Quatuors’ verzamelde het kwartet Oesterle’s derde en vierde kwartet, uit 2010, respectievelijk 2019; ‘Three Pieces for String Quartet’ uit 2016 en het oudste stuk op dit album, het uit 2001 stammende ‘Daydream Mechanics’. Ook Oesterle kiest er in dit stuk voor om te werken met repetitieve patronen, al is zijn aanpak wel kleurrijker dan die van Johnson. Het derde kwartet kreeg als titel ‘Alan Turing’ en vormt een eerbetoon aan deze geleerde en zijn creatieve geest. En ook hier weet Oesterle prachtige kleuren aan dit kwartet te ontlokken, zo te horen nogal eens gebruik makend van een onorthodoxe speelwijze. Zo associeer ik de klanken in het prachtige tweede deel niet altijd direct met dat van een strijkkwartet. Zeer overtuigend klinkt ook het bijzonder ritmische derde deel. Het uit één deel bestaande vierde kwartet is wellicht wel het hoogtepunt van dit album. Met zijn geometrische figuren creëert Oesterle hier een bijzonder overtuigende klanksculptuur, uiterst genuanceerd en rijk geschakeerd. En zoals alle stukken op deze twee albums, wordt ook dit kwartet ongelofelijk goed uitgevoerd.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: