Eén van de belangrijkste strijkkwartetten voor nieuwe muziek is nog steeds het Arditti Quartet. Het kwartet is te horen op twee recente albums met de muziek van Stefano Scodanibbio en Mark Andre. De veel te jong overleden Scodanibbio, hij werd slechts zesenvijftig, is vooral bekend geworden als fenomenaal bespeler van de contrabas. En zeker ook vanuit die rol heeft hij een aantal prachtige stukken voor dit instrument geschreven, waaronder ‘Voyage that Never Ends’. Ik bewaar goede herinneringen aan de uitvoering door Dario Calderone in een concert bij De Link. Hij componeerde echter ook vier stukken voor strijkkwartet, onlangs op Cd vastgelegd door Kairos Music. Verder hier aandacht voor het strijkkwartet ‘IV 13 (Miniaturen)’ van Mark Andre, dat samen met ‘IV 15 (Himmelfahrt)’ en ‘Woher…Wohin’ door het label van de Bayerische Rundfunk werd uitgebracht, als onderdeel van de Musica Viva serie.
Onder de titel ‘Visas’ schreef Scodanibbio twee series van elk drie stukken voor strijkkwartet. De eerste set voltooide hij in 1987, de tweede set, die als titel ‘Atri Visas’ meekreeg, in 2000. De eerste begint met een ronduit huiveringwekkende vioolsolo, waarna de andere musici erbij komen en er een wonderlijk klankweb ontstaat. In de tweede en derde ‘Episodio’ krijgt dit in verstilde vorm een voortzetting, boeiend hier, die uit hoge noten bestaande klankwolken. Soms amper hoorbaar, dan ineens weer aanzwellend en even snel weer verdwijnend. In de tweede serie werkt Scodanibbio thematisch. Het gaat hier over reizen, thuiskomen en alles wat daar mee samenhangt. Het eerste deel, ‘Pra llegar a la Montego Bay – a Wolfgang Korb’ klinkt daarbij vrij hectisch en verontrustend, terwijl in het tweede deel, ‘Au seul souci de voyager – A Fernando Mencherini’ muziek en stilte elkaar op bijzondere wijze afwisselen en het derde deel, ‘Kennst du das Land?’ vooral te kenmerken is als meeslepend. Scodanibbio zelf over de achtergrond van deze ‘Altri visas’: “In the end we are only at the beginning because the land we thought we knew, perhaps, is still to be explored.”
De tweede serie is de ‘Lugares’. Het uit één deel bestaande ‘Lugares que pasan – a Adolfo Castañon’ schreef Scodanibbio in 1999, het vijfdelige ‘Mas Lugares (su Madigrali di Monteverdi) – a Luciano Berio’ stamt uit 2003. Maar waar in de serie ‘Visas’ de nadruk vooral ligt op de zeer gevarieerde klankwereld van deze strijkinstrumenten, je kunt daarin goed zijn eigen ervaringen met de contrabas terughoren, waarbij ritme en melodie van ondergeschikt belang zijn, is dat in deze serie anders. De eerste ‘Lugares’ is nog vrij abstract, met wel een zeer bijzondere uitgebreide pizzicato scène tegen het einde, maar in ‘Mas Lugares (su Madigrali di Monteverdi) – a Luciano Berio’ spelen melodie en ritme een grote rol en op meerdere plaatsen horen we de invloed van Monteverdi duidelijk terug.
Als geen ander is Mark Andre doordrongen van de historische erfenis van het strijkkwartet. Het duurde dan ook tot 2014 voor hij begon aan ‘IV 13 (Miniaturen)’, dat hij pas in 2017 voltooide. Vrijwel onhoorbaar gaat het eerste van de twaalf vrij korte delen waar dit stuk uit bestaat van start, een enkele klank, meer is er niet. Pas in het tweede deel horen we een grote diversiteit aan puntige klanken. Pas in het derde deel ontstaat er iets van structuur, zwak ritmisch. Verder valt de sterke afwisseling tussen de delen op. Lijken de mannen van dit kwartet in het vijfde en twaalfde deel duidelijk met andere zaken in de weer dan hun strijkinstrumenten – zo de historische erfenis van zich afschuddend -, in het zevende deel vallen de hoge ijle klankwolken op, terwijl het achtste zich kenmerkt door een grote mate van dynamiek.
De twee overige stukken op dit album zijn evenzeer de moeite waard. ‘IV 5 (Himmelfahrt)’ is een magistraal stuk voor orgel, hier uitgevoerd door Stephan Heuberger. En het mag hier dan gaan om een kolossaal instrument, de muziek is zeker in het begin, opvallend subtiel, werkend met alle klanknuances in dit tegen de stilte aanscheurkende geluid. Pas verderop laat Andre dynamiek toe, in de vorm van krachtige klankuitbarstingen. ‘Woher…Wohin’ is een stuk voor orkest, hier uiteraard gespeeld door het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, onder leiding van Matthias Pintscher. In dit stuk zijn de contrasten nog sterker aangezet. Een groot deel van dit stuk zit op de grens van het hoorbare, terwijl op ander momenten krachtige geluidsexplosies je als luisteraar op scherp zetten, maar een boeiende ervaring vormt dit stuk zonder meer.