Richard Carr is een veelzijdig man. Hij is violist, improvisator, werkt met elektronica en is componist. Zijn muziek is dientengevolge lastig in een hokje te plaatsen. Hij gebruikt met evenveel gemak elementen uit de klassieke traditie, als uit de folk en de jazz. Tijdens de lockdown begon hij weer met componeren, met als resultaat twaalf korte stukken voor strijkkwartet. De strijkers van het American Conteporary Music Ensemble waren er wel voor te porren. September vorig jaar leidde dat tot het bij Neuma verschenen ‘Over the Ridge’ met de eerste acht stukken. Augustus van dit jaar komen de vier overige aan bod op ‘Landscapes and Lamentations’.
De overige twaalf stukken op de twee Cd’s zijn improvisaties van Carr of van dit kwartet en stukken waarin Carr gebruik maakt van elektronica. Maar eerst even terug naar die stukken voor strijkkwartet. Direct al in het eerste stuk, het vrij ingetogen ‘Processional’ is goed te horen hoe Carr de romantisch klassieke muziek van de eind negentiende eeuw vermengt met Amerikaanse folk. Een ander prachtig voorbeeld is ‘Celestial Navigation’, eveneens te vinden op ‘Over the Ridge’. ‘Skytop’, te vinden op ‘Landscapes and Lamentation’, is eveneens als langzaam stuk de moeite waard. De meeste stukken zijn echter een stuk dynamischer, met een grote rol voor prachtige ritmische patronen. Mooie voorbeelden hiervan zijn ‘Terrace Dancing’, ‘Fulton Avenue Bus’, ‘Over the Ridge’ en het wonderschone ‘Wally Goes to Bali’ op het eerste album en ‘Gertrude’s Nose’ en ‘Underwater Photography’ op het tweede. Het is te hopen dat Carr zich ook de komende tijd weer aan het componeren kan zetten.
Carr mag verder graag werken met elektronica. Zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk om in zijn solostukken meerdere partijen met elkaar te combineren. Zo wordt in ‘Narrow Traverse’ en ‘Early Departure’, beiden te vinden op ‘Over the Ridge’, al snel duidelijk dat dit niet in één keer valt op te nemen. Maar hij doet er ook andere dingen mee. Zo opent ‘Landscapes and Lamentations’ met ‘Rainbow Falls’, een improvisatie van het strijkkwartet op een door Carr eerder opgenomen melodie gespeeld op piano en gebruikt hij dezelfde werkwijze in ‘Loop Road’, maar dan in combinatie met gitaarspel. En verderop in het beeldende ‘Rushing Kill’ horen we hem op viool samenspelen met een eerder op de piano opgenomen partij. Hierboven had ik het al over de invloed van folk op het werk van Carr. Het mooiste voorbeeld is wellicht wel ‘Caleb’s Lament’, een gedirigeerde improvisatie, waarbij Carr vooral de altviool laat uitkomen.
Over the Ridge is te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop: