Het strijkkwartet is nog altijd één van de meest geliefde bezettingen voor componisten, in welke stijl ze ook werken. En ondanks dat een strijkkwartet niet persé uit twee violen, een altviool en een cello moet bestaan, is dat wel vrijwel altijd het geval. En aangezien er hier inmiddels een aardig stapeltje ligt, besteed ik de komende tijd aandacht aan deze nog altijd springlevende setting en alle vormen die het aan kan nemen. Te beginnen met twee kwartetten van Catherine Lamb, gespeeld door het vermaarde JACK Quartet. Ze werden door Kairos uitgebracht onder de titel ‘Aggregate Forms’, deel uitmakend van een reeks door de Ernst von Siemens Musikstiftung gesponserde portret Cd’s.
Lamb studeerde bij James Tenney, een componist die bovenmatig geïnteresseerd was in het fenomeen klank en de vormen die klank kan aannemen. Iets dat we ook bij Lamb aantreffen. Direct al in het uit 2009 stammende, uit één deel bestaande ‘String Quartet (Two Blooms)’. Wat we horen is een lange, vrij gruizige lijn, die soms wat afzwakt en dan weer wat in dynamiek toeneemt. Dat lijkt op het eerste gehoor vrij monotoon, maar dat is als je goed luistert allerminst het geval. Met de vier hierboven genoemde instrumenten creëert het kwartet binnen een strak kader een zeer genuanceerd klankbeeld. En juist doordat er in dit kwartet verder niets gebeurd, ontwikkeling in klassieke zin totaal ontbreekt, dwingt Lamb je om die nuances tot je te laten doordringen. Verderop in dit ruim drie kwartier durende kwartet zit er wel iets meer variatie, maar ook nu is van progressie geen sprake.
‘Divisio Spiralis’ stamt van tien jaar later, 2019 en duurt maar liefst ruim anderhalf uur. Alleen kiest Lamb er hier voor om het stuk te verdelen in dertien delen, die echter naadloos op elkaar aansluiten. De klank van dit kwartet bevindt zich volledig in het hoge, ijle spectrum. Ook hier geen enkele vorm van progressie, zoals we bij Lamb en andere componisten die deze stijl van componeren aanhangen, vaker tegenkomen. Als je toch een associatie wilt: stel je dan voor dat je op je rug in het gras ligt, terwijl je naar de wolken kijkt. Langzaam vlieden ze voorbij en iedere keer komt er weer een nieuwe wolk, iets anders van vorm en in een iets andere nuance van wit. En het is juist deze focus op vorm en klank en het ontbreken van progressie, laat staan een verhaal, dat een bijzonder rustgevende uitwerking biedt, een mogelijkheid tot ontsnappen aan de hectiek.
Het album is te beluisteren via Spotify: