Nog een keer gitarist Dirk Serries en zijn A New Wave of Jazz. Op ‘Translucence’ horen we hem samen met Tullis Rennie op trombone en Cath Roberts op baritonsax en op ‘Solo Acoustic Guitar Improvisations II/III’ horen we hem, zoals de titel aangeeft, solo. Het eerste album kwam uit als CD, het tweede als schitterend uitgevoerde dubbel LP, voor de liefhebbers. Iets dat overigens ook voor de muziek geldt.
Maar goed, dat laatste geldt eigenlijk voor alles wat de man tegenwoordig uitbrengt. Het grote publiek bereikt hij er niet mee, maar dat deert hem niet. Net zoals dat voor al die musici geldt waar hij mee samen speelt. Toch valt er ook nu weer veel te genieten, met name op ‘Translucence’. De beide blazers zetten het geheel direct in ‘Match’ prachtig op scherp. En ‘Match’ kunnen we hier dan prima opvatten als wedstrijd, één waar Serries niet aan mee doet, hij vult aandachtig de gaatjes. En verderop heerlijk ouderwetse piep en knars geluiden, trombone en baritonsax zijn amper herkenbaar. In ‘Moving Sideways’ zoekt het trio de stilte en produceert Serries met zijn gitaar hoogst ongewone geluiden. En verderop zit een prachtige combi duisternis. We hebben immers niet voor niets juist deze blazers. Overigens is dit op sommige momenten een opvallend ritmisch album, althans voor dit soort muziek. Met als mooiste voorbeeld het eerste deel van het titelstuk ‘Translucence’, al horen we het ook op andere plaatsen terug. Op andere momenten overheerst echter de abstractie, wellicht nog wel het meest in het vierde en laatste stuk, ‘Found Within’.
In januari 2021 bracht Serries een eerste LP uit met improvisaties op akoestische gitaar, onlangs voegde hij daar nog twee delen aan toe. Zesentwintig vrij korte stukken, verdeeld over vier LP kanten. Geen melodie te bekennen, nergens. Typisch Serries nieuwe stijl. Het is de Serries die we kennen van zijn recente albums, zoals het hierboven genoemde Translucence. Op zoek naar mooie geluiden, aparte bewegingen, abstracties. Soms, zoals in ‘Scourge’, ‘Imminent’ en ‘Syntactic’, op de grens van de stilte. Dat Serries hier niet alleen de snaren met zijn vingers beroert, moge duidelijk zijn. Hij heeft zijn strijkstok en vast nog wat andere hulpmiddelen, met als effect dat het geluid regelmatig opvallend weinig weg heeft van dat van een gitaar. Verder is het karige muziek die Serries ons hier serveert, uitgebeend, minimalistisch. Wat hier zo veel betekent als dat er niets gebeurt, wat niet moet gebeuren. Hier klinkt geen noot te veel.
Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: