De Italiaan Stefano Pilia behoort bij die groeiende groep musici waarvan de muziek mij regelmatig hoofdbrekens oplevert. Waaronder schaar ik dit nieuwe album nu weer? Twee recente albums laten dan ook een enorme diversiteit horen. Zo is Pilia als gitarist op het bij Die Schachtel verschenen dubbelalbum ‘Spiralis Aurea’ maar op twee stukken in die hoedanigheid te horen. De overige composities, allen te scharen onder kamermuziek, worden meestal door anderen uitgevoerd, of we treffen Pilia aan achter één van de andere instrumenten die hij beheerst. Actief als gitarist is hij dan weer wel op het bij Maple Death Records verschenen ‘Try Again’, waarop we hem horen met stemkunstenaar John Duncan.
Maar laat ik beginnen met de composities op ‘Spiralis Aurea’. Ware klanksculpturen zijn dit, bijzonder minimalistisch van opzet. Zo horen we in ‘Crux’ louter een steeds verder verkleurende drone. Bijzonder is ook dat Mattia Cipolli dit stuk voor acht cello’s en een contrabas alleen uitvoert. Pilia zelf zorgde ervoor dat alle sporen netjes over elkaar heen werden gelegd, met dit indringende stuk als resultaat. Hetzelfde gebeurt in ‘Codex VIII’ waarin Elisa Bognetti de partijen van vier hoorns voor haar rekening neemt, terwijl we Pilia zelf op het orgel horen. Maar dit prachtige stuk kent wel veel meer kleur en diepte. ‘Imago’ is het eerste stuk waarin we geen elektronica horen. Ensemble Concordanze speelt dit prachtige, bijzonder meeslepende strijkkwartet. Een ander hoogtepunt is het door Enrico Gabrielli gespeelde orgelstuk ‘Ascensio’.
Wat sterk opvalt in de gecomponeerde muziek van Pilia is de hecht doortimmerde structuur, waar regelmatig elementen uit de late Renaissance en vroege Barok in doorklinken. Een mooi voorbeeld daarvan is ‘Spiralis’, een stuk voor strijkkwartet, maar dan bestaand uit twee violen en twee cello’s en orgel. De hermetisch, ritmische structuur is hier het meest opvallend. Prachtig in dit verband is ook ‘Codex III (O)’, waarin we Giuseppe Franchellucci horen op cello en Pilia op de modulaire synthesizer. Prachtig hoe de klanken hier met elkaar verweven raken. Zoals gezegd zijn er slechts twee stukken waarin we Pilia als gitarist horen: ‘Hannah’ en ‘Codex III’, beiden zijn voor gitaarkwartet, met toevoeging van een synthesizer in ‘Codex III’. Beide klinken ook opvallend ingetogen.
Vanzelfsprekend is ‘Try Again’ een volstrekt ander album. Dit kunnen we gerust onder de experimentele elektronica scharen, aangezien we Pilia hier zowel op synthesizer en elektrische gitaar horen en Duncan louter als stemkunstenaar. Direct al in het titelstuk, verreweg het langste stuk van dit vrij korte album, horen we hem niet meer doen dan de woorden “Try again” eindeloos herhalen, op het ritme van Pilia’s muziek. Tot tegen het einde koud elektronisch slagwerk het overneemt. De bijdrage van Duncan op dit album is vrij bescheiden, maar uiterst doeltreffend. Zo verhoogt het de spanning aanzienlijk in het vrij abstracte ‘The Reprisal’. Al even abstract en spannend klinken ‘The Sellout’ en ‘Obsolete + Comeback’. Het eveneens vrij lange ‘Fare Forward’ daarentegen is weer sterk harmonieus, voorzien van een sterke onderstroom.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp: