Drummer Guy Salamon kwam op mijn pad door het winnen van ‘On the Records’, editie 2018, van de Keep an Eye Foundation. Daar hoort bij dat je een album mag maken, in Salamon’s geval het in eigen beheer uitgebrachte ‘Unfollow the Leader’. Hij was toen net afgestudeerd aan het conservatorium in Amsterdam, iets dat we geenszins hoorden aan dit aantrekkelijke debuut. Inmiddels is het tweede album uit, verschenen bij ZenneZ Records, ‘Creatures! Creatures!, waarop we Salamon wederom horen met zijn octet, verder bestaand uit de trompettisten Alistair Payne en Ian Cleaver, de saxofonisten José Soares en Lucas Martinez, de gitarist Teis Semey, de pianist Youngwoo Lee en de bassist Brodie jarvie.
Vier blazers levert al snel een geluid op dat in een bigband niet zou misstaan. Dat is ook hier zeker het geval. Sterker nog in ‘Out in the Open’ refereert Salamon, na een fijnzinnige opening van drums en gitaar, duidelijk aan de beginjaren van de swing. Een mooi ingetogen eerbetoon aan een voorbije muzikale wereld. Met ‘Do the Shmoska Poska Dance’ slaat het octet aansluitend totaal andere wegen in. Muziek met een kwinkslag waarin we de invloed van Oost Europese volksmuziek en dixieland gewaarworden. Ook nu sterk melodieus en meeslepend. En het hoogtepunt is de gitaarsolo van Semey, de melodie op de schop gooiend. Pas met de prachtige ballade ‘Dearest You’ belanden we bij de hedendaagse jazz en hier moeten vooral de bijdrages van Payne en Soares, op altsax, worden genoemd. Zeker die laatste zet een wonderlijk subtiele solo neer. Al even subtiel klinkt ‘Nightfall’ en naast de rol van de trompettisten valt hier zonder meer die van Salomon zelf op, prachtig spel op de bekkens zet hier de toon. Mooi ook hoe het stuk verderop volledig van sfeer verandert door de uitgebreide pianosolo van een fantastisch spelende Lee.
Salamon blijkt daarnaast een voorliefde voor sterk aan volksmuziek verwante ritmes te hebben. ‘Do the Shmosa Poska Dance’ is niet het enige stuk waarin we dat duidelijk terughoren. Dat geldt ook voor het titelstuk ‘Creatures! Creatures!’ dat zich verder schatplichtig betoont aan de wereld van het circus en het varieté en voor ‘Sailor Song’, waarin Salamon de wals heeft verwerkt. En zo harmonieus als dit stuk aan het begin klinkt, zo heerlijk chaotisch is het einde. Het is een lijn die Salamon doortrekt in het laatste nummer ‘Cluster Punk, the Saga’, ook hier klinkt de invloed van volksmuziek door, maar vooral ook die van de rock en de blues, met name in het tweede deel, iets dat we ook al op Salamon’s eerste album gewaar werden. Een mooie afsluiter van een opvallend afwisselend album.