De Finse componist Kalevi Aho mag graag concerten en solostukken componeren voor minder bekende instrumenten. Zo kwamen hier in het verleden concerten voorbij voor fagot, pauken en trompet en trombone. En ook het Dubbelconcert dat te vinden is op het onlangs wederom bij BIS uitgekomen ‘Double & Tripple Concertos’, is, met een bezetting voor althobo en harp, zeker bijzonder te noemen. Verder op dit album het ‘Triple Concert voor viool, cello en piano’. Naast concerten voor solist en orkest componeert Aho ook solo’s voor diverse instrumenten. Op ‘Solo, Volume 1′ verzamelde BIS er zeven.
De eerste solo van dit album is die voor cello, ‘Solo IV’, Aho nummert zijn solowerken op deze wijze. Hij schreef het in 1997 voor een competitie, iets dat overigens ook geldt voor het laatste stuk op dit album, ‘Solo III’ voor fluit. Het zijn uitstekende stukken voor een competitie, alle technieken komen uitgebreid aan bod, wat overigens geenszins wil zeggen dat ze ook zo niet het beluisteren waard zouden zijn. Zeker zoals Samuli Peltonen het krachtige, maar tegelijkertijd intieme stuk voor cello speelt, maakt die solo zeer bijzonder. Hetzelfde geldt overigens voor de solo voor fluit, met grote subtiliteit gespeeld door Sharon Bezaly. Mooi is het eerste deel, waarin Aho de klank laat groeien vanuit de stilte, maar zeker ook het tweede deel waarin de klank wel wat weg heeft van een zwerm insecten.
In juli 2016 overleed één van Finlands beroemdste componisten, Einojuhani Rautavaara. Kort daarna ontmoette Aho de altvioliste Hiyoli Togawa waar hij ‘Solo XII – In memoriam EJR’ voor schreef. De prachtige verglijdende klanken, vol weemoed en afgewisseld met een enkele pizzicato gespeelde noot verklanken het verlies op grootse wijze. Het album bevat een aantal solo’s voor houtblazers. ‘Solo IX’ schreef Aho speciaal voor hoboïst Piet van Bockstal, ‘Solo XIV’ voor klarinettist Simon Reitmaier en ‘Solo V’ voor fagotist Harri Ahmas. Op dit album horen we zowel Van Bockstal als Reitmaier, maar niet Ahmas. De solo van fagot wordt hier gespeeld door Bram van Sambeek, die ook te horen is op het hierboven genoemde fagotconcert. Bijzondere solo’s waarin Aho de klank van de diverse instrumenten prachtig laat uitkomen, zoals bijvoorbeeld in die zeer zachte passage in de solo voor klarinet. Bijzonder is ook die solo voor hobo, vooral omdat hierin duidelijk Arabisch invloeden doorklinken.
Aho zelf stelt dat zijn uit 2014 stammende ‘Dubbelconcert voor althobo en harp’ weleens het eerste in zijn soort zou kunnen zijn. Het stuk begint vanuit de stilte met bijna onhoorbare orkestklanken in het eerste deel, dan horen we de harp, Anneleen Lenaerts en iets verderop de althobo, Dimitri Mestdag, die de melodie speelt. Het zijn de opnames van het Antwerp Symphony Orchestra, onder leiding van Martin Brabbins die het stuk, net als het Triple Concert, in première brachten. Het ene in 2016, het andere in 2019. Een lang deel dat eerste, net zo lang als de resterende drie delen en gaandeweg beweegt het richting een spannende dynamiek. En het moet gezegd, de combinatie van althobo en harp is niet alleen een heel bijzondere, maar ook een hele mooie. Het komt bijvoorbeeld mooi tot uiting in het samenspel tussen deze instrumenten in het derde deel. Het ‘Triple Concert’ schreef Aho voor het Storioni Trio, dat dit jaar zijn vijfentwintig jarig jubileum viert. Het hart van het stuk bestaat uit een slaapliedje dat Aho voor zijn in oktober 2017 geboren kleindochter schreef. Het verklaart de romantische inborst van het stuk, dat zich reeds in het eerste deel ten volle openbaart. Prachtig zijn ook het zeer hectische ‘Presto’, het verstilde ‘Tranquillo’ met een prachtige cellopartij en het slotdeel waarin die twee werelden elkaar ontmoeten.