Bozar, Brussel – 18 mei 2022
Voor de concerten wijken het Symfonieorkest en koor van De Munt altijd uit naar Bozar. Zo ook nu voor de concertante uitvoering van Richard Wagners ‘Parsifal’, onder leiding van Alain Altinoglu, die eerder scenische versies dirigeerde van ‘Lohengrin’ en ‘Tristan und Isolde’ en met een voortreffelijke cast waaronder glansrollen van Elena Pankratova als Kundry en Franz-Josef Selig als Gurnemanz. Concertant, het heeft voor- en nadelen. Natuurlijk missen we de handeling, maar daar staat tegenover dat je je bij een concertante uitvoering volledig kunt concentreren op de klanken van het orkest en de zang.
Die overigens wel afwijkt van wat Wagner ooit bedoelde. ‘Parsifal’, zijn laatste opera schreef hij speciaal voor zijn eigen operahuis in Bayreuth, als het aan hem had gelegen had het nooit ergens anders uitgevoerd mogen worden, en de specifieke akoestiek, mede veroorzaakt door het feit dat het orkest half onder het podium zit. Hier dus geheel anders met het orkest op het podium en de zangers ervoor. Het gaat in de meeste gevallen goed, behalve bij Julian Hubbard die de titeltrol zingt, zijn stem verdrinkt vaak volledig in de klanken van het orkest. Daar heeft de bas Selig natuurlijk veel minder last van en hij zet Gurnemanz op prachtige wijze neer, een hoogtepunt is die scène in het derde bedrijf als hij langzaam doorkrijgt dat die zwijgende man naast hem de speer heeft meegebracht om Amfortas te genezen. Een sterk gekleurde synopsis is terug te vinden in een verslag naar aanleiding van de scenische uitvoering bij Opera en Ballet Vlaanderen in 2018. En dan is er Pankratova als Kundry, de passie, maar ook de wanhoop spatten ervan af bij deze Russische sopraan, met als hoogtepunt de scène waarin ze Parsifal tracht te verleiden, in het tweede bedrijf. Een schitterende stem en een zeer overtuigende performance. Ook de andere solisten zetten hier de diverse personages prachtig neer. Tot slot hebben we het orkest en koor van De Munt dat hier, onder leiding van Altinoglu werkelijk schittert, vanaf die prachtige ouverture, waarin de gehele opera vervat zit, tot de laatste noten, ruim vier uur later. De muziek is bijzonder rijk en Altinoglu geeft die hier alle ruimte, al die individuele drama’s verklankend.
Het meest interessante personage daarbij blijft Parsifal, wiens naam letterlijk reine dwaas betekent. Tijdens het luisteren bedacht ik me dat Wagner duidelijk iets had met naïeve jonge mannen. Siegfried is er ook zo één, vol overgave en jeugdige bravoure stort hij zich in het ongeluk. Hetzelfde geldt voor Tristan. Overigens zijn beiden een deel van het verhaal zichzelf niet door een liefdesdrank, waarmee Wagner een deel van de verantwoordelijkheid bij hen wegneemt. Dat geldt niet voor Parsifal en je ziet hem gedurende de opera volwassen worden, wat hier betekent dat hij verantwoordelijkheid neemt, zich door medelijden laat leiden en de speer weet te bemachtigen die Amfortas kan genezen. Het is daarmee één van de weinige opera’s met een positief einde.