Plus Etage (A New Wave of Jazz), Baarle-Nassau – 29 april 2022
Dirk Serries’ A New Wave of Jazz is meer dan een platenlabel, het is ook een platform voor het promoten van vrije improvisatie in België en Nederland. Zo organiseert Serries dit voorjaar een aantal concerten in de PlusEtage, één van de weinige podia die dit soort muziek nog durft te programmeren. Serries onderhoudt warme banden met de Londense impro-scene, zo bleek ook gisterenavond weer. Drummer Andrew Lisle kent hij inmiddels vrij goed, ze zitten samen in het Kodian Trio, trompettiste Charlotte Keeffe nog een stuk minder. Samen kozen ze gisterenavond het ruime sop.
Het spannende van vrije improvisatie in duo verband is dat je als musicus continu alert moet zijn. Natuurlijk mag de ander soms best even solo gaan, iets dat ook hier zeker gebeurde, maar nooit te lang. Met andere woorden: meer dan in welke andere samenstelling moeten de musici elkaar een beetje liggen, moeten ze er lol in hebben met elkaar te musiceren, samen op reis te gaan. Als dat het geval is, kan het tot een mooie set leiden. De twee keer een half uur van gisteren, het is duidelijk intensief zo als duo, voldeed gelukkig geheel aan deze criteria. Aan alles was te merken dat Keeffe en Lisle niet voor het eerst met elkaar op het podium stonden, ze kennen elkaars wijze van musiceren, elkaars gewoontes. En ondanks dat een drumstel enerzijds en een trompet en bugel anderzijds, volledig andere instrumenten zijn, kwamen de klanken vaak opvallend dicht bij elkaar, zeker toen Keeffe, bijvoorbeeld in een vrij lange passage aan het begin van de eerste set, haar trompet percussief inzette. Ze sloeg met een Cd’tje tegen de hoorn en trommelde met haar vingers op haar hoorn en knoppen. Maar ook in die gevallen dat ze ‘gewoon’ speelde, benaderde haar klank, met alle plopjes, piepjes en kraakgeluiden die van percussie opvallend goed.
Sowieso is Keeffe een opvallend experimenteel trompettiste, ik heb in die twee keer een half uur eigenlijk geen ‘normale noot’ gehoord. Zelfs de schaarse melodieuze fragmenten, vaak op gang gebracht door Lisle’s ritmische spel, ontspoorden op grootse wijze. Prachtig om te horen wat een rijke klankwereld Keeffe uit haar instrumenten wist te halen. Steeds wisselend tussen de trompet en de bugel, puur op basis van de sfeer die ze op dat moment wilde neerzetten. Die laatste opmerking brengt me op de samenwerking. Aan alles was te merken dat de twee enorm goed naar elkaar luisterden, op elkaar afgestemd waren. Beurtelings namen ze de leiding, waarop de ander direct aansloot, vaak zodanig dat je het idee kreeg dat er sprake was van een compositie, in plaats van van improvisatie. En ondanks dat deze muziek zich prima leent voor een grote diversiteit aan percussie, beperke Lisle zich tot zijn drumstel en vooruit, een strijkstok. Meer had hij ook niet nodig. Vaak opvallend ritmisch spel, dat zoals gezegd Keeffe bracht tot die melodieën, maar ook regelmatig de abstractie zoekend, vooral in de verstilde passages. In één daarvan, aan het eind van de eerste set, met gebruik van die strijkstok, terwijl Keeffe alles inzet aan valse lucht en sputterend spel, een meesterlijk moment tijdens een prachtig concert.