Na twee duo albums met bassisten – ‘Melancholia’ met John Edwards en ‘Live at OZO Land’ met Gonçalo Almeida – vandaag aandacht voor het bij Consouling Sounds verschenen ‘Island on the Moon’, dat Dirk Serries opnam met altsaxofonist Trösta, het alias van Nicolas Lefèvre en het bij Creative Sources Recordings verschenen ‘Chapel’, dat hij bij JazzBlazzt opnam, één van de meest interessante podia op dit gebied, met drummer George Hadow. Twee albums die in alles elkaars tegenpolen zijn en zo de enorme veelzijdigheid van deze gitarist weergeven.
Laat ik beginnen met de vier delen die ‘Island on the Moon’ vormen: ‘Companion’, ‘Oceanus’, ‘Kreep’ en ‘Tanquillitatis’. Ze kwamen tot stand in de herfst van 2020, op een manier die toen vrij gebruikelijk was: Serries nam zijn partijen op en stuurde ze vervolgens naar Lefèvre die er zijn partijen aan toevoegde. Een man die hij goed kent, want naast dat hij als saxofonist actief is, heeft Lefèvre een studio in Anderlecht waar Serries inmiddels kind aan huis is. Dertig jaar lang was Serries louter actief in de ambient, inmiddels heeft hij zijn muzikale wereld flink verbreed, zonder definitief afscheid te nemen van de ambient, getuige ook dit bijzonder geslaagde album. Want hier zijn ze weer, de subtiele wolken van klank, soms met een wat duistere ondertoon. Trösta voelt zich hier duidelijk ook bij thuis, want met zijn lichte, intieme spel zoekt hij op prachtige wijze aansluiting. Soms zoals in ‘Oceanus’ door zich in het verlengde van Serries’ spel op te stellen, maar ook, zoals in ‘Companion’ en ‘Kreep’ met een duidelijke melodie, waardoor dit album zich ook richting jazz beweegt en een bepaald soort levendigheid krijgt die we in onvervalste ambient nogal eens node missen.
Zoals gezegd is ‘Chapel’ van Serries en Hadow een totaal ander album. Dat we op beiden dezelfde gitarist horen, is bijna niet voor te stellen. Zo gestructureerd en harmonieus als ‘Island on the Moon’ klinkt, zo abstract en weerbarstig klinkt ‘Chapel’. Muziek die in alles past binnen de wereld van de vrije improvisatie. Hadow is duidelijk met van alles in de weer, we horen hem schuren, zagen, wrijven en ja, zo nu en dan ook nog wel eens slaan en ook Serries gooit hier een uitgebreid scala aan hulpmiddelen in de strijd, waaronder de zo geliefde strijkstok, om tot eenzelfde resultaat te komen. Samen trekken ze een meesterlijk bouwwerk op, bestaande uit de meest wonderlijke klanken. Soms hectisch en explosief, maar regelmatig ook uiterst fragiel en verstild. Tot slot moeten we nu ook maar eens die altijd zo mooie hoezen benoemen, waarvan de foto’s zijn gemaakt door Martina Verhoeven.
Beide albums zijn te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: