Paradox, Tilburg – 24 april 2022
Als er iets is dat Dirk Serries‘ residentie tijdens het Roadburn Festival kenmerkte was het wel de afwisseling. Het afsluitende optreden van het Martina Verhoeven Quintet zondagavond, met naast Verhoeven en Serries, Colin Webster op altsax, Gonçalo Almeida op contrabas en Onno Govaert op drums, bracht ons wederom in een geheel andere muzikale wereld. Verder hier aandacht voor het onlangs bij A New Wave of Jazz verschenen ‘Cure and Mound’ waarop we Verhoeven horen met de multi-instrumentalist Anton Mobin.
Na het concert van Tonus liet Serries al weten dat het kwintet van Verhoeven ons free-jazz zou brengen. Welnu, dat bleek te kloppen, hardcore free-jazz welteverstaan. En dat zit al direct in de eerste noten van Verhoeven en Govaert, alleen al aan de slagen van die laatste hoor je dat het niet lang rustig zal blijven. En inderdaad, zodra het kwintet op volle sterkte is, gaat het volledig los en raken we in die spreekwoordelijke stroomversnelling waar ik deze muziek al snel mee associeer. Een waar klankspektakel op het scherpst van de snede. En dan vallen Verhoeven, Webster en Govaert stil en horen we alleen Serries en Almeida in een onverwacht stemmig duet, terwijl wij luisteraars nog bij zitten te komen. Webster wringt zich ertussen met lange lijnen en Verhoeven duikt onder de klep van haar piano. En Govaert kiest voor welgemikte slagen, zo piketpaaltjes slaand. Er dreigt iets van ritme in te komen, iets dat deze musici echter niet laten gebeuren, een volgende frase bestaat uit abstracte schermutselingen, Verhoeven voorop. Tot het duo Almeida-Govaert het genoeg vindt, de groove terughaalt en we de tweede stroomversnelling tegemoet kunnen zien. Het tweede stuk begint met een wonderlijk treffen tussen Serries en Almeida, beiden met een strijkstok. Knarsende, piepende, stroeve geluiden worden ons deel. En ook hier is het, nadat eerder Verhoeven en Webster al waren aangehaakt, Govaert die de lont in het kruitvat steekt. In het derde en laatste stuk valt de vrij abstracte en introspectieve klankwereld op die voor Webster een prima voedingsbodem blijkt voor één van zijn mooiste bijdrages in dit concert, een grillige melodie die gaandeweg steeds verder ontspoort en de opmaat vormt voor de laatste klankuitbarsting.
Op ‘Cure and Mound’ horen we Verhoeven op piano en Mobin op zijn prepared chamber, “een houten kistje met daarin verschillende objecten die met elkaar zijn verbonden en waarvan het geluid wordt versterkt door gitaarelementen en elektrische contactmicrofoons. Een soort combinatie van percussie en elektronica dus”, zo schreef ik eerder naar aanleiding van het eveneens bij A New Wave of Jazz verschenen ‘Close | Quarters’ waarop we Mobin horen met Benedict Taylor. In hetzelfde verslag stond ik stil bij het zeer hoge niveau van abstractie, zodanig dat het de grenzen van het begrip muziek opzoekt. Dat is op dit album niet anders. Ook nu valt bijna niet te ontdekken wie nu eigenlijk precies welk geluid voortbrengt, aangezien Verhoeven nogal eens onder de klep van haar piano duikt, zo geluiden makend die niet echt afwijken van dat wat Mobin doet. Samen creëren ze twee wonderlijke en zeer avontuurlijke geluidssculpturen, ‘Cure’ en ‘Mound’.
‘Cure and Mound’ is te beluisteren via Bandcamp en daar ook te koop: