Yodok III – Live at Roadburn 2022 (Concert Recensie)

Paradox, Tilburg – 22 april 2022

Dirk Serries is dit jaar Artist in Residence op het Roadburn Festival in Tilburg, vier concerten in Paradox, zelf in te vullen. Donderdag speelde hij met Kristoffer Lo een duoset, een concert waar ik helaas niet bij kon zijn, gisteren was het podium voor Yodok III, vanavond is het de beurt aan zijn Tonus project en zondag is hij samen met zijn partner Martina Verhoeven te horen in haar kwintet. Maar nu eerst Yodok III en die meer dan gedenkwaardige set van gisterenavond.

Yodok III dat Serries vormt met Lo, op tuba en flugabone en drummer Tomas Järmyr is volgens mij één van Serries’ langstlopende projecten. In 2014 verscheen het eerste titelloze album, dat ook hier voorbij kwam en sindsdien brengt het trio regelmatig nieuw werk uit, meestal opnames van concerten. Die van gisterenavond mag daar binnenkort zeker aan worden toegevoegd. De composities van dit trio, die van gisteren nam bijna een uur in beslag, kennen vaak eenzelfde opbouw, zo ook deze bij Roadburn. De eerste klanken maken zich letterlijk los uit de stilte. Soms is het Serries die begint, soms Lo. Gisterenavond was het Lo op zijn flugabone, een instrument dat qua klank veel weg heeft van een trombone. Met lange lijnen horen we het geluid van het noorden. Serries valt na enige minuten bij, dan Järmyr. Wolken van subtiele klanken ontvouwen zich, gespeelde lijnen worden opgenomen en door elkaar gemixed, de muziek verdicht zich per minuut. Gedurende ongeveer een half uur loopt zo de dynamiek en de bijbehorende spanning heel geleidelijk op, ongeveer zoals je een kikker kookt. Het zwaartepunt ligt daarbij bij Serries en Lo, Järmyr plaatst accenten, merkstenen.

Yodok III tijdens HA’fest 2017. Foto: Geert Vandepoele

Ritme heeft tot op dat moment nagenoeg geen rol gespeeld. Vrij abrupt slaat dat om, eigenlijk op het moment dat Lo zijn flubgabone verruilt voor zijn tuba, waarmee hij een basdrone onder de muziek legt die je fysiek voelt in je onderbuik. Vervolgens trekt Järmyr de leiding naar zich toe, eerst nog wat abstract dan duidelijk ritmisch, postrock wordt krautrock en als luisteraar komen we in een maalstroom terecht. Iets wat zijn uitwerking niet mist, je voelt hoe de sfeer in het publiek verandert en verschuift van aandachtig luisteren naar pure opwinding. En het gaat maar door, de maalstroom wordt een stormvloed, waar geen kering tegen is opgewassen. Als één instrument jakkert het trio voort, tot het genoeg is en het tempo naar beneden wordt geschroefd, de storm is gaan liggen, de klanken ebben weg, de stilte mag het weer overnemen.