Wat past beter op tweede Paasdag dan dit album: ‘Easter Monday Music’, verschenen bij 577Records. In de ‘Prelude’ horen we Massimo Magee in de weer met elektronica en zijn sax en Joshua Weitzel op de shamisen, een snaarinstrument uit Oost Azië. In het titelstuk, ‘Easter Monday Music’, voegen zich daar percussionist Eddie Prévost bij en Ken Ikeda op synthesizer
. Prévost horen we ook op het eveneens bij 577Records verschenen ‘EMPoWered’. Wederom als onderdeel van een kwartet, maar nu met Alan Wilkinson op saxen, N.O. Moore op elektrische gitaar en John Edwards op bas. Musici waar Prévost meer dan vertrouwd mee is.
In die ‘Prelude’ gaat het er uiterst beheerst aan toe. Een shamisen heeft een vrij gering bereik en de kracht van dit instrument zit duidelijk in de nuance, Magee voegt zich hier naadloos in, allereerst met zijn elektronica, grossierend in omgevingsgeluid en verderop met mysterieuze klankwolken van zijn sax. Uiteindelijk komt het tot opvallend ritmisch samenspel, waarin vooral de rol van de shamisen opvalt, terwijl Magee’s saxofoon soms klinkt als een machine die nodig aan een smeerbeurt toe is. Een effect dat we verderop ook bij zijn elektronica constateren. In het tweede deel van dit album, het eigenlijke ‘Easter Monday Music’, de opnames dateren van Tweede Paasdag, drie jaar geleden, klinkt de muziek niet wezenlijk anders. Ook hier is sprake van een duidelijk middels improvisatie tot stand gekomen geluidssculptuur. Zoals vaker bij dit soort opnames is het ook hier soms moeilijk de oorsprong van de geluiden te herkennen, zeker als er synthesizers en andere elektronica in het spel zijn. Centraal staat ook hier echter de shamisen, een instrument dat we natuurlijk zelden horen binnen deze soort muziek, naast een spannende geluidswereld, opgeroepen middels Ikeda’s synthesizer en Magee’s elektronica. Prévost beweegt zich hier soepel en zeer subtiel doorheen.
‘EMPoWered’ is eveneens een volledig geïmproviseerd album, maar aangezien het hier op Moore’s elektrische gitaar na om akoestische instrumenten gaat is de sfeer toch een wat andere. In ‘Easter Monday Session’ valt de grote nadruk op klank op en de effecten die we daarmee kunnen bereiken en daarbij het eigenlijk nagenoeg volledig ontbreken van zaken als melodie en ritme, alleen van dat laatste is, zoals we reeds zagen, soms enigszins sprake. ‘EMPoWered’ heeft zeker ook trekken van een klanksculptuur, maar hier horen we Wilkinson toch ook regelmatig richting een melodie bewegen, bijvoorbeeld vroeg in het eerste deel en is ook regelmatig sprake van duidelijk ritmische patronen, bijvoorbeeld in die lange solo van Prévost verderop in dat eerste deel. Een ander belangrijk verschil is dat de dynamiek hier veel groter is. Het is niet voor niets dat we op ‘Easter Monday Session’ Prévost op percussie in de weer horen, waar hij vooral over wrijft en strijkt, terwijl we hem op ‘EMPoWered’ horen achter zijn drumstel. Het verschil in dynamiek, want ook op dit album zijn er natuurlijk zeer verstilde passages, maakt dit ‘EMPoWered’ tot een zeer afwisselend album. En deze musici kennen elkaar reeds een eeuwigheid en dat hoor je terug, bijvoorbeeld in dat stomende begin van het tweede deel, waarin de klanken naadloos in elkaar verstrengeld raken. En ik mag de spanning tegen het einde van dit deel niet onvermeld laten, Moore op het scherpst van de snede, een piepende Wilkinson en Edwards en Prévost die de boek flink opstuwen.
Van beide albums is een deel te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop: