De trompettist en beeldend kunstenaar Michael Varekamp heeft de wind blijkbaar mee. In de afgelopen maanden verschenen maar liefst twee nieuwe albums van deze veelzijdige musicus. Op beiden speelt hij met een kwintet. Vaste waarden, naast Varekamp zijn toetsenist Wiboud Burkens en drummer Erik Kooger Verder horen we op ‘Spirits’ Harry Emmery op contrabas en op ‘More Elektra’ Manuel Hugas op basgitaar en vinden we op Spirits Dimitri Chapeau op tenorsax, terwijl op ‘More Elektra’ als tweede solist de gitarist Jerome Hol fungeert.
De muziek die Varekamp maakt is geen onversneden jazz, daarvoor is zijn muziek te rijk aan invloeden, want naast die jazz horen we funk, soul, experimentele elektronica en ambient. Met andere woorden, Varekamp treedt hier in de voetsporen van zijn legendarische voorganger, Miles Davis, zonder overigens in simpel copy-paste gedrag te vervallen. Het maakt dit tot albums die even geschikt zijn voor de jazzliefhebber als die van de betere popmuziek. Centraal staat die trompet, op ‘Spirits’ aangevuld met de bugel, waarvan Varekamp het geluid middels elektronica vaak danig oprekt, bijvoorbeeld in het titelstuk ‘Spirits’, maar let hier ook zeker op de overige elektronica van Burkens en de mooie lijnen van Chapeau die die van Varenkamp kruisen. Opvallend is ook het sterk melodische karakter van de stukken, Varekamp blijkt hier weer eens een meesterlijk verhalenverteller. Een hoogtepunt op dit gebied is zonder meer het zeer ingetogen ‘Black Bolero’. Bijzonder is ook het duidelijk door Indiase muziek beïnvloedde ‘Wavemen’ waarin Varekamps klank prachtig samenvalt met het harmonium van Burkens.
Het verschil tussen ‘Spirits’ en ‘More Elektra’ zit in de mate van dynamiek. Waar ‘Spirits’ bestaat uit verstilde composities, waarbij Varekamp aansluiting zoekt bij dromerige pop en ambient, bestaat ‘More Elektra’ uit veel pittigere stukken, waarin vooral Hol zich laat horen. Maar ook de ritmesectie Hugas – Kooger is met strakke, heftige patronen duidelijk aanwezig. Een stuk als ‘Spielerei’ toont duidelijk waar dit toe leidt, Nog verder aangescherpt met het space-achtige geluid van Burkens’ keyboards en Varekamps ijle trompetklanken. In ‘Us and the Blues’ leidt dit tot stevige rock met een messcherpe solo van Hol. En bijzonder is de dialoog die zich verderop ontvouwt tussen Hol en Varekamp, waarbij met name het geluid van de trompet opvalt. Een al even boeiende dialoog ontvouwt zich in ‘Unexpected Circumstances’. Het begin van ‘Ground Floor’ had niet misstaan op ‘Spirits’, maar dan gooit Hugas er een zeer stevig ritmisch patroon in en is het gedaan met de rust. De enige echte uitzondering op het geheel is het stuk waarmee het album afsluit: ‘Half Wisdom’, hier overheerst de introspectie.